Paragrafen

Onderhoud kapitaalgoederen

Onderwijshuisvesting

Beleidskader
De gemeente heeft op grond van de onderwijswetgeving een zorgplicht voor de huisvesting van scholen voor het basis-, (voortgezet) speciaal en voortgezet onderwijs. Deze zorgplicht is nader uitgewerkt in de ‘Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Gemeente Zaanstad 2015’ (2015/96725). Deze regeling bevat vrij gedetailleerde ‘spelregels’ voor de schoolbesturen en het gemeentebestuur op het terrein van de onderwijshuisvesting.
In tegenstelling tot het overige gemeentelijke vastgoed zijn bijna alle schoolgebouwen niet juridisch in eigendom van de gemeente, maar van de schoolbesturen. Het beheer en onderhoud van deze gebouwen is vanaf 2015 primair de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. Zie hiervoor de wetgeving: Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op het primair onderwijs . De schoolbesturen ontvangen hiervoor rechtstreeks middelen van het rijk. De gemeente blijft verantwoordelijk voor nieuwbouw van onderwijshuisvesting. Er zijn een paar schoolgebouwen die de gemeente (nog) niet juridisch heeft overgedragen, zoals een aantal tijdelijke schoolgebouwen. In die gevallen zorgen de schoolbesturen overigens voor het onderhoud alsof het eigen panden betreffen.
In 2020 is een start gemaakt met het nieuwe Integraal Huisvestingsprogramma voor het primair onderwijs. De eerste fase betrof visievorming en het opstellen van het strategische kader. Het resultaat van de eerste fase bevat de beleidsuitgangspunten. Het IHP is erop gericht om, binnen de randvoorwaarden van de gemeente (financieel, ruimtelijk) en schoolbesturen (financieel, organisatorisch), deze uitgangspunten zo veel als mogelijk te realiseren. Dit strategisch kader werken we in de komende maanden uit tot het nieuwe IHP.

Tot nu toe is er geen IHP voor het VO. In 2020 hebben gemeente en schoolbesturen een gezamenlijk gedragen IHP VO opgesteld. In 2021 zal het plan voor besluitvorming aan de raad worden voorgelegd. Met het IHP VO stelt de gemeenteraad haar visie en ambitie op onderwijshuisvesting in de gemeente Zaanstad vast en daarmee het kader voor haar handelen. Tevens geeft het IHP een doorzicht in de opgave voor de komende 20 jaren met een bijbehorende fasering van de benoemde projecten.

Kwaliteitsniveau
Voor het vaststellen van de bouwkundige staat van het gebouw en om verschillen in de bouwkundige staat tussen verschillende gebouwen in een volgorde te kunnen plaatsen, wordt voor de bouwkundige rapportage vanuit de verordening als voorwaarde gesteld een rapportage op grond van NEN 2767. Uitgangspunt van de methode van conditiemeting NEN 2767 is dat voor alle bouwkundige elementen een conditie wordt toegekend. Met de 'conditie voor' wordt de kwaliteit van het totale schoolgebouw vastgesteld. Deze kwaliteit kan worden onderverdeeld in de volgende conditieschalen:

  • Conditie 1 Nieuwbouwkwaliteit of met nieuwbouw vergelijkbare kwaliteit;
  • Conditie 2 Een bouw- of installatiedeel vertoont kenmerken van een beginnende veroudering;
  • Conditie 3 Het verouderingsproces is duidelijk op gang gekomen;
  • Conditie 4 Het verouderingsproces is duidelijk zichtbaar;
  • Conditie 5 Het verouderingsproces is niet meer te keren;
  • Conditie 6 De bouwkundige staat is zo slecht dat deze niet meer onder conditie 5 kan worden gerangschikt.

Op basis van de vermelde condities wordt inzicht verkregen in de bouwkundige staat en kan worden vastgesteld of vervangende nieuwbouw noodzakelijk is.  Het aanhouden van sec de NEN norm is echter geen verplichting, gemeente en schoolbesturen kunnen ook buiten de verordening om afspraken maken omtrent (vervangende) nieuwbouw. In Zaanstad zijn de bouwplannen voor het primair onderwijs bijvoorbeeld opgenomen in het Integraal Huisvestingsplan (IHP). Zowel voor het PO, als voor het VO, word momenteel gewerkt aan een nieuw IHP. In beide plannen worden, in aanvulling op de bouwkundige kwaliteit,  extra criteria (o.a. duurzaamheid, binnenmilieu, onderwijskundige functionaliteit) opgenomen om te bepalen op welke termijn vervangende nieuwbouw of renovatie noodzakelijk is.

Onderhoudsplan
Het onderhoud van schoolgebouwen en daarmee het opstellen van onderhoudsplannen is de verantwoordelijkheid van schoolbesturen. Eventueel achterstallig onderhoud komt alleen aan het licht als het bevoegd gezag aan het college meldt dat een gebouw niet meer nodig is voor het huisvesten van een school. Het college geeft in dat geval de opdracht voor het opstellen van het rapport met daarin een beschrijving van de staat van onderhoud. Deze opdracht wordt verstrekt aan een onafhankelijke derde, zoals een bouwkundig adviesbureau. De staat van het onderhoud wordt opgemaakt voordat de eigendomsoverdracht plaatsvindt en maakt ook onderdeel uit van de op te maken akte van overdracht. Als uit de staat van onderhoud blijkt dat sprake is van achterstallig onderhoud wordt in het overleg vastgesteld welk deel hiervan voor rekening van het bevoegd gezag komt en of het bevoegd gezag opdracht verstrekt voor het uitvoeren van de werkzaamheden, of dat het bevoegd gezag een in overleg vast te stellen bedrag aan het college betaalt. Als geen overeenstemming wordt bereikt, stellen partijen vast welke handelwijze verder gevolgd wordt.

Verduurzamen
Verduurzaming van nieuwe scholen verloopt via de nieuw op te stellen IHP’s voor het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs. Wens is om bij nieuwbouw voor energieneutraliteit (ENG) te gaan. Dit sluit aan bij het coalitieakkoord en de door de gemeenteraad uitgesproken ambitie om tussen 2030 en 2040 klimaatneutraal te zijn. De financiële impact wordt in beeld gebracht en betrokken bij de VJN 2021.
Voor wat betreft de verduurzaming van bestaande schoolgebouwen is voor alle schoolgebouwen geïnventariseerd wat de huidige energiestatus is en welke (aanvullende) verduurzamingsmaatregelen toegepast zouden kunnen worden. In 2020 is met een onderzoek ook inzicht verkregen in de kosten van verduurzaming van alle schoolgebouwen. In 2021 zullen in overleg met de schoolbesturen de mogelijkheden voor verduurzaming van de bestaande scholen worden verkend.
Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen moeten een  samenspel worden met de schoolbesturen. Zo is het vergroenen van schoolpleinen een taak van de schoolbesturen zelf.

Financiën
Met de uitvoering van het lopende Integrale Huisvestingsplan (IHP) PO wordt beoogd alle schoolgebouwen van het primair onderwijs in goede staat te brengen en/of te houden. Hierbij wordt de norm “de juiste school op de juiste plek en van de juiste kwaliteit” als uitgangspunt gehanteerd. Middels actualisaties van het IHP wordt de raad twee keer per jaar geïnformeerd over de voortgang van de projecten.
In 2020 waren er 16 projecten voor onderwijshuisvesting aan de orde. Drie projecten, te weten Herman Gorter (Burg. Smitstraat), Rosmolen Zuid en de Hoeksteen zijn in 2020 afgerond en in gebruik genomen.
De gedeeltelijke renovatie voor het Sint Michael College verloopt gestaag. Het technasium is in het schooljaar 2020/2021 in gebruik genomen.

Deze pagina is gebouwd op 05/26/2021 14:06:31 met de export van 05/26/2021 13:59:24