Publiekrechtelijk
- Publiekrechtelijk Schadeschap Schiphol(Bedragen x €1.000)Schadeschap SchipholRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:13-01-2016Vestigingsplaats:HaarlemToezichtsregime:laagOpenbaar belangEen voor belanghebbenden duidelijke, deskundige en doelmatige afhandeling te bevorderen van verzoeken om schadevergoeding die verband houden met de uitbreiding van het luchtvaartterrein zoals vastgelegd in de PKB en het uitvoeringsbesluit (LIB).
Bestuurlijk belangDe 8 leden van het AB hebben elk een stem, met dien verstande dat de leden van respectievelijk de gemeente Aalsmeer, Amstelveen, Haarlemmermeer en Zaanstad een tweevoudige stem hebben.
Wethouder Breunesse is lid van het AB, plaatsvervanging door wethouder Krieger.
Stemverhouding: 16,6%Actualiteiten en risico'sIn 2017 heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (nu Infrastructuur en Waterstaat) besloten om de afhandeling van eventuele nieuwe schaderegelingen onder te brengen bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het Schadeschap Schiphol zou worden opgeheven als alle schadeclaims zouden zijn afgehandeld. Daarbij is bepaald dat het niet zinvol is het Schadeschap in stand te houden voor een enkele claim.
Het Algemeen Bestuur van het Schadeschap Schiphol heeft in de vergadering van 9 april 2019 besloten het Schadeschap per 1 juni 2020 op te heffen. Dat is inmiddels gerealiseerd.
Met het Rijk is afgesproken dat de enige nog lopende zaak (niet in Zaanstad) bij het Schadeschap zal worden afgehandeld door de Corporate Dienst van Rijkswaterstaat. De gelden die op de bankrekening van het Schadeschap staan worden teruggestort naar het Rijk, waarna de bankrekening wordt opgeheven. Het archief van het Schadeschap wordt eveneens overgebracht naar Rijkswaterstaat. Op de website van het Schadeschap staat een verwijzing naar de Corporate Dienst van Rijkswaterstaat, zodat eventuele vragen over het Schadeschap nog kunnen worden beantwoord.
laag - Publiekrechtelijk Recreatieschap Alkmaarder en Uitgeestermeer(Bedragen x €1.000)Recreatieschap Alkmaarder en UitgeestermeerRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:5 april 2007Vestigingsplaats:UitgeestToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM) is een samenwerkingsverband van twaalf omliggende gemeenten en de provincie Noord-Holland. Het zet zich in voor:
- het verzekeren van een evenwichtige ontwikkeling van de recreatie en de watersport op en rondom het meer en aangrenzende gebieden;
- het tot stand brengen, bewaren en onderhouden van het landschap en een evenwichtig natuurlijk milieu dat is afgestemd op het onder bovenstaande geformuleerde.
Bestuurlijk belangWethouder Breunesse lid van het Algemeen Bestuur, plaatsvervanging door wethouder Krieger
Stemverhouding: 12,5%Actualiteiten en risico'sAlgemeen beeld
Het reguliere programma voor 2020 is voor het grootste deel conform de planning en begroting 2020 uitgevoerd. De voornaamste reguliere werkzaamheden bestaan uit het beheer en onderhoud van de recreatiegebieden, die onder het recreatieschap vallen. Daarnaast beheert het RAUM vastgoedcontracten, die ook opbrengsten genereren. Verder is ook het toezicht houden op het gebruik van de recreatiegebieden bij het RAUM ondergebracht.
Actualiteiten
- In 2020 is gewerkt aan de Visie RAUM. Het doel van de visie is de recreatie en toerisme in samenhang met natuurontwikkeling verder te bevorderen. De visie zal half 2021 door het Algemeen Bestuur worden vastgesteld. Er is met veel belanghebbenden in het gebied over de totstandkoming van de visie gesproken. Ook de participanten in het RAUM zijn nauw betrokken bij het vormgeven van de visie.
- Voor Erfgoedpark De Hoop (gemeente Uitgeest) is een exploitant gevonden. Hij zal het Erfgoedpark verder ontwikkelen, waarbij ook andere organisaties worden betrokken. Dit zal op korte termijn zorgen voor extra inkomsten voor het RAUM.
- De bestrijding van waterplanten in het Alkmaarder- en Uitgeestermeer vond ook in 2020 plaats. Wel wordt met andere partijen gekeken of er andere manieren zijn om de plantengroei tegen te houden.
- In 2020 is de erfpachtovereenkomst Rijk van Rorik – Buitenlanden getekend. In dit gebied wordt een zelfvoorzienend restaurant, een fietshotel en agrarisch bedrijf gerealiseerd, waar natuur en landschap centraal staan. Als eerste zullen vele honderden fruitbomen in het gebied worden geplant.
- Pontje Molletjesveer heeft veel last van hangjongeren, die hinder richting passanten veroorzaken. Samen met onze gemeente wordt gekeken, wat de alternatieven zijn, zoals verplaatsing van het pontje richting de Tapsloot en gebruik maken van een vrij varend elektrisch pontje.
Financieel beeld
- In 2020 is door een werkgroep gewerkt om te komen tot een structureel financieel gezond recreatieschap, waarbij sprake is van een structureel sluitende meerjarenbegroting en een oplossing voor de hoge reserves bij het deelgebied IJmond-Zaanstad. Een sluitende meerjarenbegroting, ook voor het deelgebied Alkmaarder- en Uitgeerstermeer is voor de komende jaren haalbaar. De hoge reserves (€ 950.000,--) bij het deelgebied IJmond-Zaanstad worden aangewend voor het uitvoeren van extra projecten in dit deelgebied. Daarbij is ook geld gereserveerd voor projecten uit het Groen- en Waterplan van de gemeente Zaanstad.
- Het verwachten financieel resultaat over 2020 eindigt met een negatief saldo:
- Deelgebied Alkmaarder- en Uitgeestermeer: € 55.732,--
- Deelgebied IJmond tot Zaanstad: € 14.737,--
- Totaal € 70.469,--
De negatieve saldi wordt ten laste van de financiële reserves van de deelgebieden gebracht.
Onderzoek governance- (bestuursmodel) en beheerstructuur recreatieschappen
In 2019 is het rapport ‘Verkenning naar uitvoering beheertaken van de recreatieschappen in Noord-Holland’, opgesteld door adviesbureau Common Eye in opdracht van de provincie verschenen. Het rapport concludeert dat de huidige situatie van de governance- en beheerstructuur ongewenst is en dat deze in goed overleg met alle betrokken partijen, in het bijzonder de gemeenten in de recreatieschappen, moet worden aangepast. Aan de hand van dit rapport is door de (vice)voorzitters van de recreatieschappen een bestuursopdracht geformuleerd om verdere uitvoering aan de bevindingen van dit rapport te geven. Dit vervolgonderzoek is half april gestart. Inmiddels wordt gewerkt een verkenning van ontwikkelingsrichtingen. Deze verkenning zal in de eerste helft van 2021 in diverse bestuurlijke gremia besproken worden. Als oplossingsrichting is gekozen voor het instellen van een Bestuursbureau Recreatieschappen. Dit bureau neemt de adviserende rol richting de besturen van de recreatieschappen van Recreatie Noord-Holland B.V. over.
Financiële positie
Een sluitend meerjarenperspectief ter dekking van groot onderhoud voor het deelgebied Alkmaarder- en Uitgeestermeer is haalbaar mits de te verwachten inkomsten de komende jaren ook gegenereerd worden. In dat geval hoeft de participantenbijdrage van de deelnemers niet extra verhoogd te worden. De reservepositie van het deelgebied IJmond-Zaanstad is goed. Het berekende weerstandsvermogen is voldoende.
Zaanstad heeft 12,5% van de stemmen.
Risico's
- Nadelige effecten nieuwe wet Vennootschapsbelastingen.
Beheermaatregelen
- Investeren in verdienvermogen en duurzaam beheer.
middel - Publiekrechtelijk GGD Zaanstreek Waterland(Bedragen x €1.000)GGD Zaanstreek WaterlandRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:01-09-2016Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangGGD Zaanstreek-Waterland beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid en de sociale veiligheid van alle mensen in de regio. Daarbij staat een preventieve en collectieve aanpak voorop, met specifieke aandacht voor bevordering van participatie en ondersteuning van de eigen regie van mensen. Als uitvoeringsorganisatie van de gemeenten sluit de GGD aan bij de gemeentelijke verantwoordelijkheden in het sociaal domein.
Bestuurlijk belangEen lid van het Algemeen Bestuur (AB) heeft in de vergadering van het AB één stem. In die gevallen waarin Zaanstad en Purmerend zwaarwegende bezwaren hebben tegen een voorstel en met het oog daarop tegenstemmen, leidt die tegenstem tot verwerping van het voorstel. Het voorgaande is niet van toepassing op het voorstel tot vaststelling van de begroting respectievelijk de jaarrekening van de GGD. Wethouder Mutluer is lid van het AB, plaatsvervanger wethouder Slegers
Stemverhouding: 12%Actualiteiten en risico'sTerugblik 2020
- Effecten van Corona
Als gevolg van Corona heeft de GGD minder kunnen inzetten op de niet vitale onderdelen van haar takenpakket. De kritische dienstverleningsprocessen zijn zonder onderbreking uitgevoerd. Dit betreft de jeugdgezondheidszorg voor 0 tot 4 jarigen en zorgkinderen, Veilig Thuis, het Meldpunt & Advies Bijzondere Zorg en de bestrijding van de overige infectieziekten (TBC, SOA bij spoed) en Veilig thuis. Het directe contact met de burgers is vanwege de Coronamaatregelen minder goed mogelijk geweest, waardoor de dienstverlening zoveel mogelijk digitaal of telefonisch heeft plaatsgevonden. Ingeval van crisissituaties (Veilig Thuis) en/ of noodzakelijk persoonlijk contact, vond dit plaats na een coronacheck en met beschermende middelen. De jeugdgezondheidszorg voor 4 tot 18 jarigen vindt in aangepaste vorm eveneens doorgang. Zaken als contactmomenten op indicatie, school ziekteverzuim consulten, telefonische bereikbaarheid voor vragen worden door de GGD uitgevoerd. Ook de vaccinaties voor maternale kinkhoest voor zwangeren en de meningokokken vaccinatie voor 14 jarigen zijn uitgevoerd. In het najaar worden de overige vaccinaties weer opgestart. Daarbij zijn groepsvaccinaties niet langer mogelijk. Dit betekent dat er ongeveer 3.500 individuele vaccinaties gegeven worden. De ontwikkeling van de kind-, volwassen- en ouderen monitor loopt door. In het najaar worden deze monitors uitgevoerd. De gegevens van de jeugdmonitor zijn geanalyseerd, gerapporteerd en al met veel scholen nabesproken. Projecten worden zoveel mogelijk gecontinueerd, waaronder de implementatie van de Rookvrije omgeving, de aanpak overgewicht, de ontwikkeling van een regionale dekking van een aanbod Gecombineerde Leefstijl interventie (GLI) en de Gezonde School en Kinderopvang. Ook advisering bij grote projecten zoals overlast van Schiphol en Olam lopen door. De GGD bereidt zich voor op de advisering in het kader van de Omgevingswet en formuleert adviezen voor het gemeentelijk beleid. Tevens wordt gekeken of de adviezen in het hitteplan in verband met corona moeten worden aangepast. Bij de Inspectie Kinderopvang en Technische Hygiënezorg zijn alle reguliere inspecties vervallen, met uitzondering van signaal gestuurd onderzoek op verzoek van de gemeente. Door middel van het inventariseren van de activiteiten in de kinderopvang (noodopvang) gedurende deze periode, houden we ‘vinger aan de pols’ in de branche. We zijn beschikbaar voor het beantwoorden van vragen van houders, gemeenten en de veiligheidsregio. Inmiddels bereidt de GGD zich voor op hervatting van het reguliere toezicht.
Door de uitbreiding van de testcapaciteit en de testmogelijkheid was de verwachting dat nieuwe uitbraken sneller opgespoord konden worden en verspreiding beter voorkomen kan worden, zodat de reguliere dienstverlening, anders dan in de afgelopen periode, minder effect zal hebben op de bedrijfsvoering. De opleving van het aantal besmettingen en de daarop volgende tweede lockdown vanaf 14 oktober heeft gevolgen gehad voor de weer hervatting van de dienstverlening. De GGD heeft de vitale dienstverlening net als tijdens de eerste lockdown voortgezet. De aanpassingen op vaccinaties leiden tot meer verspreide inentingsmomenten in plaats van de meer gebruikelijke grootschalige inentingsmomenten. Verder heeft de GGD in de loop van het jaar de digitale dienstverlening verder vorm gegeven. Via beeldbellen of telefonisch consult is ook contact onderhouden met kwetsbare gezinnen en kinderen mogelijk en ook ouders weten de GGD bij zorgen gedurende het jaar steeds beter telefonisch of digitaal te vinden. Hoewel dus suboptimaal, heeft de GGD wel indruk dat zij de juiste basisdienstverlening gedurende het gehele jaar hebben kunnen faciliteren. De GGD heeft inmiddels een reguliere Coronasector opgetuigd. Daarmee worden de reguliere processen gescheiden van de noodzakelijke inzet op Corona. Op een aantal projecten is er minder inzet mogelijk gebleken. Bijvoorbeeld voorlichting op de scholen en buurthuizen (weerbaarheidstrainingen, alcohol en drugspreventie, onderdelen van het straathoekwerk). Scholen zijn een groot deel van het jaar deels of gedeeltelijk gesloten geweest. Dit maakte de planning van activiteiten lastig te organiseren. Ook andere projecten kwamen langzamer op gang als gevolg van de coronabeperkingen (fysieke voorlichtingscampagnes of groepstrainingen) of gebrek aan capaciteit bij de GGD (jeugdartsen of verpleegkundigen zijn (zeker in het eerst half jaar) regelmatig ingezet voor dienstverlening in het kader van Coronauitbraak. Het oppakken van de reguliere dienstverlening, zodanig dat eventuele vertragingen in projecten zijn ingelopen en het niveau van 2019 weer is bereikt, zal een groot deel van 2021 in beslag nemen.
Conclusie: De inzet op Corona heeft veel gevraagd van de GGD, zowel qua capaciteit en flexibiliteit als organisatievermogen. Desondanks is de vitale dienstverlening het hele jaar geleverd. Voor de niet vitale delen heeft de GGD een werkbare en haalbare oplossing proberen te vinden. Niet alles kon worden uitgevoerd. In hoeverre de burger hier nadeel van heeft ondervonden is niet in kaart gebracht..
In financieel opzicht heeft de GGD over het eerste half jaar de meerkosten van de GGD over de periode tot en met juni 2020 voor een bedrag van € 1.122.231 bij het Rijk in rekening gebracht. De geprognotiseerde weergave van de meerkosten over de periode juli tot en met december 2020 zijn in september 2020 berekend voor een bedrag van € 3.993.500,00. De exacte kosten over het 2e half jaar zijn in de loop van Q1 2021 bekend, zowel financieel als kwalitatief. Het Rijk heeft compensatie toegezegd voor Corona, maar hoeveel en voor hoe lang is nog onduidelijk.
Zorg en Veiligheidshuis
de kosten voor het Zorg en Veligheidshuis, welke is ondergebracht bij de GGD waren in 2020 hoger dan voorzien als gevolg van het vertrek van de manager, de kosten voor een vervanger en een herijking/ noodzakelijk aanpassing van de kosten voor overhead en overige bedrijfsvoering:
- Ontwikkelingen Veilig Thuis
Vanuit het Rijk zijn met ingang van 2020 extra DUVO middelen toegezegd, onder meer om tegemoet te komen aan de toename van het aantal meldingen van Veilig Thuis . De gemeente Zaanstad zal, als onderdeel van de regio Zaanstreek Waterland onderzoeken op welke wijze deze extra middelen worden ingezet. Hierbij zal ook rekening worden gehouden met de regionale doorontwikkeling van Veilig Thuis waarin de verdere samenwerking met het lokale veld en het sneller overdragen van VT zaken kan leiden tot een verschuiving van de inzet van beschikbare middelen. Eind september 2020 zijn de extra DUVO middelen (Doeluitkering vrouwenopvang/ huiselijk geweld) door het Rijk bekend gemaakt. Op basis van deze extra middelen is door de regionale bestuurders voor 2020 een extra bedrag ad maximaal € 500.000 beschikbaar gesteld om de wachtlijstzaken binnen 6 maanden weg te werken. Via een aanbestedingsprocedure heeft de GGD een extern team geworven die zich uitsluitend richt op het oppakken van de zaken op de wachtlijst. De aanpak wordt gemonitord door een regionale werkgroep waarin ook Veilig Thuis als lid volwaardig participeert. Het reguliere personeel van Veilig Thuis richt zich op de nieuwe adviezen en meldingen. De aanpak is erop gericht dat, de burgers sneller geholpen worden en er geen nieuwe wachtlijst ontstaat. De werkgroep richt zich naast de monitoring ook op de doorontwikkeling van Veilig Thuis: de werkprocessen worden besproken (waar kan het beter, anders; waar zitten de zwakke of onduidelijke plekken), de managementinformatie en de samenwerkingsafspraken met de lokale teams.,
- Onderzoek jongerenwerk/straathoekwerk
In de begroting 2020 was oorspronkelijk een taakstelling van € 150.000 opgenomen voor het jongerenwerk, waarvan 100.000 voor Straathoekwerk. Tegelijkertijd heeft er in opdracht van de gemeenteraad een onderzoek plaatsgevonden naar het jongerenwerk: hoe is het in Zaanstad georganiseerd, waar zit de overlap tussen diverse aanbieders en hoe kan het beter en effectiever. Omdat de resultaten van dit onderzoek zijn, als gevolg van de Coronauitbraak, pas in het najaar aan de Raad is gepresenteerd, is besloten om de taakstelling voor 2020 niet door te voeren.. De uitkomsten van het onderzoek worden het komende jaar verder geconcretiseerd en dit moet leiden tot een voorstel voor een vernieuwde aanpak, waarin de diverse spelers in het jongerenwerk beter op elkaar inspelen, waardoor het jongerenwerk als geheel efficiënter, effectiever moet gaan worden en waar mogelijk meer integraal gewerkt kan worden..
- Ontwikkelingen toegang jeugdzorg
De GGD is aanbieder van drie Jeugdteams in Zaanstad en voert de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) uit in de Centra Jong. De huidige overeenkomst eindigt op 31 december 2021. De gemeente wil vanaf 2022 inzetten op één Stedelijk Jeugdteam. De besluitvorming hierover vindt begin 2022 plaats.
Risicoprofiel
Gemeenten zijn wettelijk verplicht om een GGD in stand te houden voor de uitvoering van de taken op het gebied van de publieke gezondheidszorg. Het risicoprofiel van de GGD is hoog: de financiële bijdrage in de Gemeenschappelijke Regeling is groot (ruim € 6,1 mln.in 2021 obv meerjarenbegroting 2021-2024), terwijl de gemeente Zaanstad, in verhouding tot deze financiële bijdrage, maar beperkte invloed heeft in het Algemeen Bestuur. Iedere gemeente heeft één stem. Dit betekent voor Zaanstad een stemverhouding van 12% en een financiële bijdrage van 47% in het gemeenschappelijke deel. De politieke en maatschappelijke betrokkenheid zijn eveneens groot: de activiteiten van de GGD betreffen de gezondheid van de inwoners. Een probleem op het gebied van volksgezondheid haalt direct de pers en heeft zijn weerslag op de politiek.
Financiële positie
Conceptcijfers over de jaarrekening 2020 zijn nog niet beschikbaar.
Risico’s
- De decentralisaties leiden tot meer verscheidenheid in (de uitvoering van) beleidskeuzes bij de deelnemende gemeenten op gebieden als participatie en (jeugd)gezondheidszorg. Wanneer de behoeften of verwachtingen van de gemeenten in de GR uiteen gaan lopen als het gaat over dienstverlening en bekostiging, maar slechts gestuurd kan worden met elkaar, dan kan een bestuurlijk spanningsveld ontstaan. Het risico is dat geen vorm gevonden wordt om ruimte te bieden aan het eigen beleid van de deelnemende gemeenten en dat de dienstverlening van de GGD aan de inwoners van Zaanstad niet in overeenstemming is met de wens van het bestuur.
- Het risicomanagement van de GGD voldoet niet aan de eisen van de BBV. In het AB van december 2020 …… Aanvullen met de het besluit van het AB van de GGD. Aanvullen met laatste update
- De GGD is eigen risicodrager voor de WW. In 2016 is het AB geadviseerd over dit risico en heeft besloten geen aparte stichting in het leven te roepen om risico’s af te wentelen, ook omdat de deelnemende gemeenten een fatsoenlijk personeelsbeleid willen voeren. WW-risico’s die voortkomen uit het beëindigen van projecten worden via contractafspraken afgedekt. In essentie betekent dit dat het WW-risico terecht komt bij de gemeente die de taak bij de GGD weghaalt.
- Risico’s als gevolg van Corona
- Het Ministerie heeft toegezegd alle extra kosten ivm Corona te betalen, onder voorwaarde dat de gemeente de eerder vastgestelde begroting handhaaft en de vergoeding voor de niet of minder uitgevoerde activiteiten niet terugvordert. Mocht het Ministerie met aanvullende voorwaarden komen en/ of toch een aantal meerkosten niet of niet volledig vergoeden kan dit mogelijk leiden tot een claim bij de gemeenten. De begroting voorziet hier niet in. De kans op risico is momenteel nog niet bekend.
- Extra kosten als gevolg van de 1,5 meter maatregel (geen grootschalige inentingsacties mogelijk) kunnen mogelijk leiden tot een wijziging in de begroting. Dekking hiervoor is niet voorzien.
Beheersmaatregelen
- Om samen te kunnen blijven sturen is het van belang dat in het bestuur gesproken kan worden over de belangen van individuele gemeenten en dat oplossingen gezocht en gevonden worden die zoveel mogelijk recht doen aan de ruimte die gemeenten vragen. Dit vraagt bereidheid van alle deelnemers, maar zeker ook van het GGD management, om met gevoel voor verhoudingen en rollen deel te nemen aan de discussies en een open dialoog te faciliteren. Zaanstad zal hier aandacht voor blijven vragen.
- De GGD wordt verzocht om de gemeente tijdig te informeren over eventuele wijzigingen in het compensatiebeleid van het Rijk, zodat de gemeente (eventueel in VNG verband) invloed kan uitoefenen op de compensatieafspraken.
- In het project “Allen voor één netwerksamenwerking Zorg en Veiligheid” wordt zowel op regionaal als lokaal niveau (bestuurlijke) slagkracht georganiseerd door samenwerking in en tussen de ketens van Zorg en Veiligheid. Dit moet leiden tot een efficiënte en effectieve samenwerking en tot een snellere, betere en meer preventieve dienstverlening aan de burger. Deze aanpak kan op termijn mogelijk ook leiden tot een terugdringing van de kosten.
- De contractmanager heeft twee keer per jaar overleg met het Management team van de GGD over de resultaten en financiën van de contracttaken om zo vroeg mogelijk aan te kunnen geven of een contracttaak zal worden beëindigd. Indien een project beëindigd wordt bij de GGD, dan worden eventuele frictiekosten die ontstaan omdat personeel niet herplaatsbaar is binnen de organisatie of bij een andere werkgever, uit het frictiebudget betaald en het budget wordt tot het afgesproken saldo aangevuld.
- Door intern een betere afstemming te organiseren met betrekking tot de GGD ontstaat er meer grip op de uitvoering en kosten van taken van de GR-GGD en de overige niet GR-taken (contracttaken) van de GGD
hoog - Publiekrechtelijk Vervoerregio Amsterdam(Bedragen x €1.000)Vervoerregio AmsterdamRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:7 maart 2017Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Vervoerregio Amsterdam heeft als doel het, door samenwerking van gemeenten, oplossen van regionale problemen en benutten van regionale kansen in de regio Amsterdam.
Bestuurlijk belangWethouder Slegers is lid van het AB/DB.
De wethouder van Amsterdam is voorzitter van het DB en tevens voorzitter van de Regioraad
Stemverhouding: 11,3%Actualiteiten en risico'sTerugblik 2020
Als gevolg van de Corona-crisis is het gebruik van het openbaar vervoer fors afgenomen. Dit raakt de vervoerspartners van de Vervoerregio direct door de fors teruglopende reizigersaantallen en -opbrengsten. Naar verwachting zal er ook sprake zijn van een effect op de oplevering / programmering van mobiliteitsprojecten. Dit raakt de bouwsector in de regio.
Toelichting op de vastgestelde meerjarenbegroting Vervoerregio najaar 2020
De begroting 2021 wordt stapsgewijs opgebouwd met als basis het financieel meerjarenperspectief uit de kadernota 2021. Van de gemeenten wordt, net als in voorgaande jaren, geen
deelnemersbijdrage gevraagd waarmee in de gemeentebegroting rekening moet worden gehouden.
Aanbestedingsproces concessiegebied Zaanstreek-Waterland vertraagd
De COVID-19 crisis blijft invloed houden op het aanbestedingsproces voor concessiegebied Zaanstreek-Waterland. Het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam heeft in het belang van de reizigers in Zaanstreek en Waterland besloten om een nieuw moment van voor biedingen en een nieuwe ingangsdatum voor de nieuwe concessieperiode te kiezen. De huidige concessie loopt tot december 2021.
middel - Publiekrechtelijk Centraal Nautisch Beheer(Bedragen x €1.000)Centraal Nautisch BeheerRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - bedrijfsvoeringsorganisatie
Oprichtings-/publicatiedatum:18-03-1994Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet Centraal Nautisch Beheer (CNB) heeft als doel het verkrijgen van eenheid in het beleid en de uitvoering van taken van gemeenten en het rijk die betrekking hebben op het scheepvaartverkeer binnen het Noordzeekanaalgebied. De regeling is ook bedoeld om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van infrastructurele voorzieningen en de toegankelijkheid van de vaarweg.
Bestuurlijk belangWethouder Slegers is lid van het bestuur, plaatsvervanger wethouder Baerveldt
Stemverhouding: 15%Actualiteiten en risico'sAlgemeen beeld
Het Centraal Nautische Beheer draagt zorg voor de begeleiding van het scheepvaartverkeer in het Noordzeekanaalgebied en het toezicht op de verwijdering van scheepsafval en veiligheidsaspecten rondom het scheepvaartverkeer.
Actuele ontwikkelingen
- Coronapandemie: bij aanvang van de coronacrisis is direct door het Havenbedrijf van Amsterdam een continuïteitsplan opgesteld om de continuïteit van de organisatie en de inzet van personeel daarbij te waarborgen. Dit plan heeft succesvol uitgepakt. Uitval van personeel is beperkt gebleven, waardoor de continuïteit niet onder druk is komen te staan. Wel zijn alleen de meest noodzakelijke inspecties op zee- en binnenvaartschepen uitgevoerd. De economische impact voor het Havengebied is wel enorm door de teruglopende opbrengsten. Hierdoor was het treffen van kostenbesparende maatregelen bij het Havenbedrijf van Amsterdam noodzakelijk.
- Plan van aanpak omgang met fosfine: fosfine is een ontsmettingsmiddel, wat in scheepsladingen voor het bestrijden van ongedierte wordt gebruikt. Door een ongeval op een schip is dit plan opgesteld om een kader te hebben bij toekomstige ongevallen.
- Er is een nieuwe Europese richtlijn op gebied van verontreiniging door schepen. Hierdoor zal ook de Wet verontreiniging door schepen moeten worden aangepast, hetgeen ook weer gevolgen voor het Havenafvalstoffenplan heeft.
- Het Havenbedrijf van Amsterdam is bezig met het opstellen van een Visie Havenmeester 2030. Deze visie zal ook gedeeld worden met de partners binnen het CNB.
- In 2020 is het beleidskader voor het uitvoeren van havenveiligheidsbeoordelingen opgesteld. Deze zullen in 2021 worden uitgevoerd, ook in Zaanstad.
- Er is een beleidskader openbare wachtlocaties zeeschepen voor de CNB-gemeenten opgesteld. Aangezien Zaanstad geen openbare wachtlocaties voor zeeschepen heeft, is dit beleidskader in Zaanstad niet van toepassing.
- Het CNB is betrokken bij een aantal infrastructurele ontwikkelingen in het Noordzeekanaalgebied, waaronder een oeververbinding voor het langzaam verkeer tussen Amsterdam-Centrum en Amsterdam-Noord en de realisering van de nieuwe zeesluis te IJmuiden.
- Vanaf 1 juli 2020 zijn nieuwe tarieven voor de inzameling van afvalstoffen van zeeschepen van kracht geworden. De verhoging was nodig, omdat de kosten voor het inzamelen en verwerken hoger zijn geworden. De verhoging is zodanig, dat het tarief kostendekkend is.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van de gemeenschappelijke regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied is "gemiddeld". Financieel draagt de gemeente Zaanstad nauwelijks bij in de gemeenschappelijke regeling. Het Havenbedrijf Amsterdam NV draagt het exploitatiesaldo. Zaanstad heeft 15% van de stemmen in het Algemeen Bestuur.
Financiële positie
In de opzet van de Gemeenschappelijke regeling CNB draagt het Havenbedrijf van Amsterdam NV het exploitatiesaldo. Er zijn per balansdatum geen activa en passiva: daarom is er geen balans is opgenomen in de jaarrekening CNB. Zaanstad draagt jaarlijks via een vaste bijdrage (€ 11.000,--) aan de uitvoering van verscheidenen taken van het CNB.
Risico's
Havenbedrijf Amsterdam NV hanteert een systeem van risicomanagement gebaseerd op Enterprise Risk Management (COSO-ERM). Risico’s op verschillende deelgebieden zijn geïnventariseerd en geclassificeerd op basis van kans en mogelijke impact. Periodiek wordt deze inventarisatie herhaald om gewijzigde of nieuwe risico’s tijdig te kunnen onderkennen.
Beheersmaatregelen
Vanuit de verbonden partij zelf. Het CNB heeft geen eigen weerstandsvermogen. De publieke taakuitoefening is door het CNB gemandateerd aan de Havenmeester Amsterdam van Havenbedrijf Amsterdam NV. De governance-regels waaraan Havenbedrijf Amsterdam NV moet voldoen, onder andere die van solvabiliteit en liquiditeit, waarborgen dat onverwachte financiële tegenvallers de publieke taakuitoefening niet in gevaar brengen. Naar de aard van de werkzaamheden is Divisie Havenmeester van het Havenbedrijf Amsterdam NV ingericht op het beheersen van mogelijke risico’s aan de hand van de vijf productlijnen in het havenmeesterproces.
Beheersmaatregelen lopen uiteen van:
- goed opgeleid personeel (regelmatige oefening en bijscholing, eigen simulator);
- up-to-date-systemen en technische infrastructuur tot heldere processen & procedurebeschrijvingen met duidelijke bevelstructuur;
- het onderhouden van nauwe contacten met belangrijke externe belanghebbenden zoals Rijkswaterstaat;
- periodieke evaluatie of de bestaande beheersmaatregelen nog afdoende zijn en of aanvullende maatregelen nodig zijn.
Vanuit gemeente Zaanstad:
- Begroting en jaarrekening van de afgelopen drie jaren zijn beschikbaar.
- Zaanstad neemt deel aan het Algemeen bestuur van CNB. Minimaal twee keer per jaar is er een bestuursvergadering. De vaststelling van de begroting en jaarrekening vindt plaats in het Algemeen bestuur CNB. Alvorens de jaarstukken ter vaststelling voor te leggen, kunnen de gemeenteraden jaarlijks een zienswijze geven op de jaarstukken.
- Zaanstad participeert in het Beleidsoverleg van het CNB. Dat komt elke twee maanden bij elkaar.
- Voorstellen van Verbonden Partijen tot aanpassing van de statuten en gemeentelijke deelname worden altijd besproken met sector Strategie en Control
middel - Publiekrechtelijk Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland(Bedragen x €1.000)Veiligheidsregio Zaanstreek WaterlandRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:26 januari 2017Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDoor intergemeentelijke samenwerking uitvoering geven aan:
a. het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises;
b. het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald;
c. het adviseren van het college van B&W over de taak, bedoeld in artikel 3, eerste lid
d. het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;
e. het instellen en in stand houden van een brandweer;
f. het instellen en in stand houden van een GHOR;
g. het voorzien in de meldkamerfunctie;
h. het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel;
i. het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de onder d, e, f, en g genoemde taken.
Bestuurlijk belangBurgemeester Hamming is voorzitter van het AB Vervanging wethouder Krieger
Stemverhouding: 12,8%Actualiteiten en risico'sTerugblik 2020
- Corona & de VrZW
Op dit moment wordt onze maatschappij getroffen door het Coronavirus. De Vrzw heeft een belangrijke taak in het uitrollen van het kabinetsbeleid om de snelle verspreiding van het virus tegen te gaan. Dit heeft afgelopen tijd een groot beslag op de organisatie heeft gelegd. Multidisciplinaire crisisteams zijn al maanden operationeel. Ook gemeente Zaanstad levert als sinds het begin van de COVID-crisis capaciteit aan de crisisorganisatie.
De reguliere brandweerzorg, geneeskundige zorg, de Rampenbestrijding en crisisbeheersing gaan ondanks de crisis gewoon door.
Per 1 december 2020 is de wet Tijdelijke wet maatregelen COVID-19 (Twm) in werking getreden. De wet heeft als doel om de coronamaatregelen een specifieke wettelijke basis te bieden en deze steviger democratisch te verankeren. De wet is tijdelijk voor een periode van drie maanden en kan daarna worden verlengd. De Minister bepaalt in principe de maatregelen. Zolang we nog in fase ernstig of zeer ernstig zitten blijven de huidige maatregelen gehandhaafd. De verwachting is dat de Minister, als we in fase waakzaam zitten, meer mogelijkheden voor lokaal maatwerk gaat bieden aan de gemeenten. Dit wordt in gemeenten bepaald in afstemming met de VrZW.
- Traject taakdifferentiatie brandweervrijwilligers vertraagd
De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) is 1 januari 2020 in werking getreden. De veiligheidsregio’s hebben uitstel van de invoering van de wet gekregen van de minister van Justitie en Veiligheid (J&V) tot 1 januari 2021. Een speciaal aandachtspunt daarbij is de positie van de brandweervrijwilliger. Bij ongewijzigde invoering van de WNRA kan dit tot aanzienlijke kostenverhogingen leiden.
In verband met de inzet van de veiligheidsregio’s in de COVID-crisis is dit traject voorlopig opgeschort. In verkennende gesprekken op Europees niveau heeft de minister van
J&V moeten constateren dat een uitzonderingspositie van Europese richtlijnen voor onze
brandweervrijwilligers niet realistisch is. Dat betekent dat het traject taakdifferentiatie brandweervrijwilligers prioriteit heeft, zodra de COVID-19 crisis achter de rug is.
- Huisvesting
Huisvesting GGD ZW en VrZW
In 2019 heeft het bestuur een advies mogen ontvangen over de mogelijke samenwerking tussen de GGD en VrZW op het gebied van de bedrijfsvoeringsfuncties. Ook is onderzocht of er een mogelijkheid is om de GGD en VrZW samen te huisvesten. De conclusie is dat gezamenlijke huisvesting geen voordelen biedt en bovendien moeilijk te realiseren is. Daarom zal de samenwerking tussen de GGD en VrZW niet fysiek om één plek plaats vinden.
- Huisvesting Prins Bernardplein
De Veiligheidsregio ZW huurt het pand op het Prins Bernardplein te Zaandam van de gemeente Zaanstad. In 2020 heeft het bestuur van de Veiligheidsregio en het college van B&W van gemeente Zaanstad de intentie uitgesproken tot een langdurig verblijf van de VrZW op de locatie Prins Bernardplein. De nieuwe huurovereenkomst is gereed en wordt begin 2021 ondertekend. De overeenkomst gaat in per 1-1-2021.
- Evaluatie wet op Veiligheidsregio’s (Wvr)
Er is een Evaluatiecommissie Wet Veiligheidsregio’s ingesteld. Deze commissie evalueert in opdracht van de Minister van Justitie en Veiligheid doeltreffendheid en effecten van de Wet veiligheidsregio’s (Wvr, 2010). De evaluatiecommissie heeft in december het eindrapport uitgebracht. De conclusie is dat de veiligheidsregio’s goed functioneren als het gaat om regionale branden, incidenten en crises. Maar omdat crises ingewikkelder worden en regionale grenzen overschrijden, is meer samenwerking nodig; tussen veiligheidsregio’s, met crisispartners en met het Rijk. Daarom moet er een nieuwe wet komen die daarvoor zorgt. De vervolgstappen naar aanleiding van het rapport worden op landelijk niveau gezet. De VrZW heeft hierop dit moment geen rol in.
Financiën
Door het Algemeen Bestuur van de VrZW is eind 2020 besloten een Covid bestemmingsreserve te vormen van EUR 333.000. Op basis van de tweede bestuursrapportage 2020 blijkt dat er in 2020 minder middelen besteed worden dan in de begroting werden geraamd. De COVID-19 crisis is daar een belangrijke factor in omdat vacatures langer open staan en veel geplande (beleids)activiteiten geen doorgaan vinden of vertraging oplopen. Om de achterstand op enkele urgente en noodzakelijke activiteiten en doelstellingen in te lopen, wordt een deel van het jaarresultaat 2020 bestemd voor uitvoering ervan begin 2021.
Gemeente Zaanstad zal extra gaan investeren in het oefencentrum. Dekking hiervoor wordt gevonden in de toekomstige opbrengsten van het oefencentrum. In 2021 worden de financiële effecten hiervan verder uitgewerkt en voorgelegd bij de voorjaarsnota 2022-2025.
Risico's
- De dubbele rol van de gemeente Zaanstad in het Algemeen Bestuur in de rol van voorzitterschap en de rol van vertegenwoordiging van Gemeente Zaanstad kan leiden tot conflicterende belangen.
- Onvoldoende sturing op de exploitatie van de restcapaciteit van het oefencentrum voor commerciële activiteiten. De Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland is verantwoordelijk voor de uitvoering van de exploitatie van het oefencentrum, Gemeente Zaanstad kan hier beperkt op sturen, maar is wel financieel verantwoordelijk
Beheersmaatregelen
- In samenwerking met de andere gemeenten in Zaanstreek-Waterland wordt het proces om te komen tot een integraal (ambtelijk) advies aan de burgemeesters in het veiligheidsbestuur op belangrijke financiële / beleidsvraagstukken gemonitord.
- De gemeenteraad wordt jaarlijks de mogelijkheid gegeven haar zienswijze te geven inzake de (meerjaren)programmabegroting van de VrZW. Daarnaast is de VrZW transparant met haar overige P&C producten zoals de bestuursrapportages en de jaarrekening.
hoog - Publiekrechtelijk Rekenkamer Metropool Amsterdam(Bedragen x €1.000)Rekenkamer Metropool AmsterdamRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - gemeenschappelijk orgaan
Oprichtings-/publicatiedatum:20 augustus 2015Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:laagOpenbaar belangDeze regeling is aangegaan om gezamenlijk een rekenkamer in te stellen. Dit is wettelijk verplicht. Het betreft een gemeenschappelijk orgaan.
Bestuurlijk belangDe rekenkamer heeft één lid. Dit lid is tevens directeur. De raden benoemen het lid van de rekenkamer op voordracht van een afvaardiging van de raden door een gelijkluidend besluit. Geen afvaardiging van een collegelid in deze regeling.
Stemverhouding: nvtlaag - Publiekrechtelijk Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied(Bedragen x €1.000)Omgevingsdienst NoordzeekanaalgebiedRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:17 december 2015Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDe regeling wordt getroffen ter ondersteuning van de colleges bij de uitvoering van hun taken op het gebied van het omgevingsrecht in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder, alsmede de taken op het terrein van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten. Voorts wordt de regeling getroffen ter behartiging van de taken voortvloeiend uit het Besluit risico's zware ongevallen 1999
Bestuurlijk belangWethouder Krieger is lid van het Algemeen Bestuur, plaatsvervanging door wethouder Breunesse
Stemverhouding: 9,8%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
De inhoudelijke activiteiten van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied liggen voor een groot deel vast vanuit wet- en regelgeving en beleidsdoelstellingen van de opdrachtgevers. Er is sprake van een verhoogde aandacht en inzet op intensieve handhaving en bestuurlijke gevoelige dossiers. De opdrachten nemen in volume en complexiteit toe. Het aantal bedrijven dat de ODNZKG in portefeuille heeft is gestegen en de steeds verdergaande wetgeving vraagt om een intensivering van kennis en kwantiteit. Naast een verdubbeling van WOB-verzoeken is een toename te zien van juridische procedures. Handhaving in de bouw noopt soms tot tijdelijke stilleggingen. In het licht van deze toenemende complexiteit en omvang van het werk is de OD genoodzaakt veel personeel in te huren, mede omdat de arbeidsmarkt krap is.
Corona effecten
Op het gebied van vergunningverlening is geen effect van corona zichtbaar geweest op het aantal inrichtingen, of aard en omvang van de werkzaamheden bij vergunningverlening. Het aantal nieuwe aanvragen is stabiel. De werkwijze voor het uitvoeren van toezicht en handhaving zijn in de periode tussen maart en juni aangepast. Fysieke controles zijn uitsluitend uitgevoerd in die gevallen waar er sprake was van grote milieurisico’s of klachten. Daarnaast zijn digitale controles ontwikkeld. De OD NZKG heeft tijdens de intelligente lockdown bewust wel gekozen om zichtbaar te zijn op straat. Zeker op industrieterreinen en in bepaalde gebieden in het beheergebied. Het wel op straat aanwezig zijn is daarbij benut om gebieden te ‘schouwen’ en te ‘gevelen’.
Omgevingswet
De invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2022 heeft een grote impact. De ODNZKG denkt met de opdrachtgevers mee over omgevingsvisies, omgevingsplannen, omgevingsverordening en legesverordeningen. De Omgevingswet is een complexe stelselherziening met als gevolg dat alle gemeenten, provincies en waterschappen en omgevingsdiensten moeten wennen aan de nieuwe regelgeving en wijze van werken. In 2021 en de jaren daarna zal er nog veel verduidelijking in de wet- en regelgeving plaatsvinden en worden de nieuwe gemeentelijke omgevingsplannen fasegewijs ingevoerd. Deze complexiteit in combinatie met het vervullen van een nieuwe rol doet een groot beroep op de medewerkers. Daarom is er de komende jaren extra aandacht voor het opdoen van kennis en het ontwikkelen van competenties en vaardigheden.
De mogelijke effecten van taakwijzigingen en – verschuivingen als gevolg van de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging bouw zijn nog niet bekend. Omwille van de bedrijfscontinuïteit streeft de ODNZKG naar financiële stabiliteit in 2021. Met de opdrachtgevers zal in 2020 besproken worden hoe dit vorm moet krijgen bij een gewijzigd takenpakket per 2022. Voor de implementatie van de Omgevingswet is er een reserve op de begroting van de OD NZKG. Deze reserve wordt nu niet in 2020 maar in 2021 aangesproken.
Asbesttaken
In het gewijzigde Besluit omgevingsrecht is de uitvoering van de VTH-taken bij asbest en sloop onderdeel van het basistakenpakket geworden en daarmee bij de omgevingsdiensten belegd. De OD overlegt met haar opdrachtgevers over een efficiënte overdracht van deze taak van de gemeenten naar de OD. In 2020 vindt hier overleg over plaats. De financiële consequenties van de overdracht van taken op het gebied van asbest en sloop zullen in 2020 in beeld worden gebracht.
Ondermijning
De problematiek van ondermijning groeit. Dit raakt ook de VTH-taken van de OD NZKG. De OD voert met partners acties uit met als doel het terugdringen van milieucriminaliteit. In het kader van Gebiedsaanpak en Ondermijning wordt nauw samengewerkt met gemeenten, provincie, politie, douane, RIEC (Regionaal Informatie- en Expertise Centrum), Belastingdienst, Inspectie SZW en NVWA. Het doel is om deze samenwerking verder op te bouwen en de maatschappij weerbaarder te maken door als één overheid ondermijning tegen te gaan. Door de coronamaatregelen hebben fysieke acties de afgelopen maanden stilgelegen.
Financiën
In de Algemeen Bestuurstvergadering van 3 juli zijn de meerjarenbegroting 2021-2024 en jaarrekening 2019 vastgesteld. Op beide documenten heeft de gemeenteraad een positieve zienswijze ingediend. In de vergadering zijn beide documenten conform vastgesteld
Wanneer wordt de concept jaarrekening 2020 verwacht? Is er iets te zeggen obv de laatste bestuursrapportage over het verwachte rekeningresultaat 2020?
Risico's
De noodzakelijke weerstandscapaciteit van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied wordt bepaald door kwantificering van de gewogen risico’s. Deze risico’s zijn: veranderende wetgeving primair proces, personele consequenties t.g.v. kwaliteitsborging bouw en PGF bedrijfsvoeringsrisico’s.
Op basis van de risico-inventarisatie in relatie tot de weerstandscapaciteit is het weerstandsvermogen vanaf 2020 1 - 1,1. Dit valt binnen de bestuurlijk vastgestelde norm (1-1,5) en is daarmee voldoende.
Beheersmaatregelen
Om risico’s op te kunnen vangen heeft de OD NZKG een risicobuffer in het leven geroepen. De norm voor de ratio van het weerstandsvermogen was in de eerste fase van de organisatie tot 2017 gezet op ruim voldoende (1,5 – 2). Vanaf 2017 is deze norm herzien. De OD NZKG is inmiddels beland in een fase van doorontwikkeling. Een fase waarin de risico’s beter in beeld lijn en steeds meer beheersbaar zijn. Daarom is de norm voor de ratio weerstandsvermogen bijgesteld van ruim voldoende naar voldoende (1-1,5). Er zijn frequent overleggen tussen gemeente en OD, zowel bestuurlijk als ambtelijk op diverse niveaus.
hoog - Publiekrechtelijk Gezamenlijke ombudsman metropool Amsterdam(Bedragen x €1.000)Gezamenlijke ombudsman metropool AmsterdamRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - gemeenschappelijk orgaan
Oprichtings-/publicatiedatum:7 februari 2017Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDeze regeling is aangegaan om op een effectieve en efficiënte wijze vorm en inhoud te geven aan de door de Gemeentewet aan de raad gegeven mogelijkheid om voor de behandeling van verzoekschriften een gezamenlijke ombudsman in te stellen. Het betreft een gemeenschappelijk orgaan.
Bestuurlijk belangDe gemeente Amsterdam krijgt mandaat om jaarlijks de begroting en jaarrekening van de ombudsman voor het volgende kalenderjaar vast te stellen. De ombudsman voert ten minste jaarlijks overleg met een vertegenwoordiging van de raden.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sVoor de jaarrekening 2019 zie deze link.
middel - Publiekrechtelijk Regionale samenwerking decentralisaties sociaal domein(Bedragen x €1.000)Regionale samenwerking decentralisaties sociaal domeinRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - regeling zonder meer
Oprichtings-/publicatiedatum:21 januari 2016Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:middelOpenbaar belangGezamenlijke inkoop en beleidsvoorbereiding en -uitvoering.
Bestuurlijk belangDeze lichte vorm van publieke samenwerking kent geen bestuur.
Stemverhouding: n.v.t.Actualiteiten en risico'sDe RZM, een lichte variant van een gemeenschappelijke regeling, betreft de afspraak tot samenwerking op twee onderdelen van de drie decentralisaties (Jeugdhulp en Wmo) met de 7 andere gemeenten in Zaanstreek-Waterland (Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland en Wormerland). Om deze samenwerking in de praktijk te realiseren, heeft de gemeente Zaanstad vanaf 2014 met de regiogemeenten een Dienstverlenings- en samenwerkingsovereenkomst “Regionale Inkoop Sociale Domein” (hierna: DVO) afgesloten.. In 2015 is de samenwerking geëvalueerd. De gemeenten Purmerend en Beemster hebben toen besloten om ten aanzien van de Wmo vanaf 1 januari 2016 zelf hun inkoop- en contractmanagement te organiseren. De gemeente Edam-Volendam doet met ingang van 1 juli 2016 zelf het inkoop- en contractmanagement t.a.v. de Wmo. Deze wijzigingen zijn verwerkt in de huidige DVO. De uitgetreden gemeenten willen de zorg dichter op hun inwoners organiseren. Voor de Jeugd regelt Zaanstad de inkoop en het contractmanagement van de Regionale raamovereenkomsten die de regio Zaanstreek-Waterland samen met de regio Amsterdam-Amstelland met zorgaanbieders heeft afgesloten.
De nieuwe gemeenschappelijke regeling en DVO is per 1 januari 2019 ingegaan. De looptijd is tot eind 2024.
.
middel - Publiekrechtelijk Recreatieschap Twiske-Waterland(Bedragen x €1.000)Recreatieschap Twiske-WaterlandRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:4-4-2013Vestigingsplaats:ZaanstadToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling in de openluchtrecreatie - in samenhang met de vorenstaande Gemeenschappelijke Regelingen - tot stand brengen en bewaren van een evenwichtig natuurlijk milieu, het tot stand brengen en duurzaam in stand houden van het specifieke en gedifferentieerde karakter van het landschap door bescherming, ontwikkeling en consolidatie van de waarden die het in zich draagt.
Bestuurlijk belangWethouder Breunesse is lid van het AB, plaatsvervanging door wethouder Krieger
Stemverhouding: 12,5%Actualiteiten en risico'sAlgemeen beeld
Het reguliere programma voor 2020 is voor het grootste deel conform de planning en begroting uitgevoerd. De belangrijkste taak is het beheer en onderhoud van de binnen het recreatieschap Twiske-Waterland liggende recreatiegebieden, waaronder het Twiske. Daarnaast worden ook vastgoedcontracten beheerd, die ook inkomsten voor het schap opleveren.
Actualiteiten
- In 2020 is de Visie recreatieschap Twiske-Waterland vastgesteld. Onze gemeente heeft op de concept-visie een zienswijze gegeven, die vervolgens is verwerkt in de definitieve versie. Nadruk van de zienswijze lag hierbij op een recreatieve ontwikkeling, passend binnen de natuurwaarden van het betreffende recreatiegebied. Momenteel wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld.
- In 2020 zijn inspanningen verricht t.a.v. de meekoppeling van recreatieve voorzieningen (fiets- en wandelvoorzieningen) bij de uitvoering van de verzwaring Markermeerdijken.
- Door het afhaken van de Zorgstichting Philadelphia (in het Twiske) is de uitgifte in ondererfpacht van zorgboerderij De Marsen niet gelukt. In 2021 wordt met deze kwestie verder gegaan.
- De coronapandemie heeft geleid tot afzegging van diverse geplande evenementen. De recreatiegebieden worden intensiever bezocht. Dit betekent ook, dat er meer toezicht nodig is, mede in verband met een toename van vervuiling en vandalisme.
- Het Klimpark bij Twiske Poort is in 2020 geopend. Het trekt al veel bezoekers.
- Staatsbosbeheer heeft in 2020 een Plan van aanpak herstel Schanszichtpad opgesteld. In 2020 is met diverse partijen overleg geweest om te komen tot de nodige financiële dekking van dit plan. Het grootste deel (80%) van de financiële dekking is inmiddels beschikbaar. In 2021 zal gekeken worden naar de resterende dekking.
Financieel beeld
Binnen het recreatieschap T-WL wordt vanaf 1 januari 2020 gewerkt met 1 financiële boekhouding voor beide deelgebieden:
- Voor het recreatiegebied Twiske; en
- Voor het landschap Waterland.
De jaarrekening sluit naar verwachting met een negatief saldo: € 116.036,--. Dit is voornamelijk een gevolg van verminderde inkomsten uit evenementen. Het negatieve resultaat wordt ten laste van de reservepositie gebracht.
Onderzoek governance- (bestuursmodel) en beheerstructuur recreatieschappen
In 2019 is het rapport ‘Verkenning naar uitvoering beheertaken van de recreatieschappen in Noord-Holland’, opgesteld door adviesbureau Common Eye in opdracht van de provincie verschenen. Het rapport concludeert dat de huidige situatie van de governance- en beheerstructuur ongewenst is en dat deze in goed overleg met alle betrokken partijen, in het bijzonder de gemeenten in de recreatieschappen, moet worden aangepast. Aan de hand van dit rapport is door de (vice)voorzitters van de recreatieschappen een bestuursopdracht geformuleerd om verdere uitvoering aan de bevindingen van dit rapport te geven. Dit vervolgonderzoek is half april gestart. Inmiddels wordt gewerkt een verkenning van ontwikkelingsrichtingen. Deze verkenning zal in de eerste helft van 2021 in diverse bestuurlijke gremia besproken worden. Als oplossingsrichting is gekozen voor het instellen van een Bestuursbureau Recreatieschappen. Dit bureau neemt de adviserende rol richting de besturen van de recreatieschappen van Recreatie Noord-Holland B.V. over.
Risicoprofiel:
Het risicoprofiel van deelname aan de gemeenschappelijke regeling is gemiddeld. Het berekende weerstandsvermogen is voldoende. Zaanstad heeft voor onderdeel Twiske 16,7 % van de stemmen, voor onderdeel Waterland 8,3% van de stemmen.
Financiële positie
Zie kopje ‘algemeen beeld’
Risico's
- Financiële positie wordt geleidelijk aan verbeterd en er zijn reserveringen voor de langere termijn vervangingsinvesteringen
- Nadelige effecten nieuwe wet Vennootschapsbelastingen
- Onzekerheid over de verlenging en voorwaarden erfpacht Staatsbosbeheer
Beheersmaatregelen
• Investeren in verdienvermogen en duurzaam beheer
middel - Publiekrechtelijk Werkom(Bedragen x €1.000)WerkomRechtsvorm:
Gemeenchappelijke regeling - bedrijfsvoeringsorganisatie
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2018Vestigingsplaats:PurmerendToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDe gemeenschappelijke regeling is getroffen voor het doeltreffend en doelmatig uitvoeren of doen uitvoeren van de taken van de colleges voortkomend uit of samenhangend met de Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening.
Bestuurlijk belangPer 1 januari 2018 hebben de gemeenten Purmerend en Zaanstad samen het Participatiebedrijf opgericht om effectiever te zijn in de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening en de Participatiewet. Namens Zaanstad heeft wethouder Krieger zitting in het bestuur en wethouder Breunesse is waarnemer
Stemverhouding: 50%Actualiteiten en risico'sTerugblik 2020
Steeds zichtbaarder wordt dat een voorziening als Werkom nodig is en blijft om kansen te bieden voor mensen die kwetsbaar zijn op de arbeidsmarkt. Deze noodzaak wordt ook wel bevestigd in het evaluatierapport van de Participatiewet door het SCP, de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (het betere werk; de nieuwe maatschappelijke opdracht) en de commissies Borstlap (In wat voor land willen wij werken?). De coronacrisis laat zien dat een aanzienlijke groep inwoners kwetsbaar is op de arbeidsmarkt en bij een economische disruptie risico loopt om uit te vallen van de arbeidsmarkt. Deze groep is groter dan de groep mensen die we onder de groep klassieke bijstandsgerechtigden scharen.
Voor een bedrijf als Werkom is het cruciaal dat ze een vermogen ontwikkelt om op die steeds grotere wordende groep inwoners die kwetsbaar is op de arbeidsmarkt een passend leer- en ontwikkelaanbod te bieden die hun zo snel mogelijk helpt bewegen naar dat deel van de arbeidsmarkt waar duurzame baankansen zijn. Voor de gemeente, als eigenaar en opdrachtgever, wordt het daarom cruciaal om het vermogen te ontwikkelen om te kiezen voor welke groep mensen een voorziening als Werkom de meeste toegevoegde waarde heeft.
Beleidsherijking Participatiewet
In de Kadernota 2021 schetst Werkom het financiële probleem dat de uitstroom van de Wsw veroorzaakt. Deze ontwikkeling zorgt ervoor dat we voor de toekomst moeten kijken naar de bekostigingssystematiek van Werkom die mogelijk ook raken aan de oorspronkelijke bedrijfsvoering van Werkom. Deze keuzes zullen voortvloeien uit de beleidskeuze van de gemeente. Werkom heeft een toekomstperspectief nodig om het bedrijf nader vorm te geven en een sluitende meerjarenbegroting te kunnen maken.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel is hoog. Het maatschappelijk belang is groot, het gaat om kwetsbare mensen. De financiële bijdrage van de gemeente is aanzienlijk.
Risico analyse
Governance
De governance van Werkom is duaal. We sturen als eigenaar van het bedrijf, maar ook als opdrachtgever van het bedrijf. Om die rollen duidelijk te scheiden is er voor gekozen om de rol van eigenaar bij de wethouder financiën neer te leggen. De rol van opdrachtgever ligt bij de vakwethouder, zijnde de portefeuillehouder Werk en Inkomen. Dat heeft ook tot gevolg dat de risicobeheersing ook duaal is en dat verschillende aspecten van risico en beheersing onder de verantwoording van verschillende rollen valt. De rollen kunnen niet los van elkaar opereren. Het gaat om het samenspel van de rollen.
- Eigenaarsrol
Vanuit de eigenaarsrol wordt gestuurd op een meerjarig sluitende begroting. In mei is de zienswijze op de meerjarenbegroting in de raad behandeld. Hierin komt naar voren dat het meerjarige beeld vanaf 2022 nog niet sluitend is. De beleidsherijking moet er voor zorgen dat de begroting meerjarig sluitend wordt en Werkom structureel kan werken aan het realiseren van het maatschappelijke rendement waarvoor ze is opgericht.
Om als eigenaar hierop te kunnen sturen heeft het bestuur (dus de gemeente Purmerend en Zaanstad samen) een opdracht voor de directeur opgesteld. In deze opdracht zijn voor de periode van één jaar (2021) afspraken gemaakt over de onderwerpen waar de directeur namens het bestuur aan moet werken om de doelstellingen te realiseren. In 2021 wordt ook werk gestart met een proces waarin eigenaar, opdrachtgever en de klant bevraagd worden om de opdracht van de directeur vanaf 2022 meerjarig te bestendigen. Er is nu gekozen voor een opdracht van een jaar, omdat de gevolgen van de beleidsherziening, die consequenties hebben voor de opdracht van de directeur, nog niet volledig waren in te schatten.
- Opdrachtgeversrol
De opdrachtgeversrol wordt gestuurd vanuit de dienstverleningsovereenkomst Participatie en dienstverleningsovereenkomst Grondonderhoud. In de periodieke voortgangsgesprekken over participatie wordt met Werkom gesproken over instroom, uitstroom, doorlooptijden, klanttevredenheid en de mogelijkheden voor bijsturing. Naast de dienstverleningsovereenkomst is er einde 2020 een verbeterplan door Werkom opgesteld en zijn afspraken gemaakt over de implementatie en het tijdpad.
- Samenspel rollen
De wisselwerking tussen de eigenaarsrol en opdrachtgeversrol is belangrijk. De meerjarige kaders vanuit de eigenaarsrol werken door in gewijzigde dienstverleningsovereenkomsten in de opdrachtgeversrol. Signalen vanuit de voortgangsgesprekken over de dienstverleningsovereenkomsten worden meengenomen in de eigenaarsrol. Dit samenspel wordt ambtelijk en bestuurlijk georganiseerd door een goede overlegstructuur.
Financiële positie
Werkom verdient zijn geld met het aannemen van opdrachten uit de markt en daarin mensen (zowel mensen met SW-indicatie als mensen met een indicatie Nieuw Beschut als mensen met een Participatiewet-uitkering) te laten werken, opdat ze zichzelf kunnen ontwikkelen en zo – indien mogelijk - kunnen uitstromen naar een baan bij een reguliere werkgever. Deze bedrijfsactiviteit kent verschillende risico’s, die hieronder zijn weergegeven. Die risico’s beheersen we in het duale governance model zoals hierboven omschreven en is dus een samenspel van eigenaar en opdrachtgever.
Werkom heeft de aanbesteding groen van de Over-gemeenten gewonnen en voert vanaf 2020 de groenopdrachten van de Over-gemeenten uit.
Steeds zichtbaarder is het dat het vermogen om gericht te kunnen investeren in die maatregelen die aansluiten bij de werking van de arbeidsmarkt en die bijdragen aan een inclusievere lokale arbeidsmarkt, een kritieke succesfactor zal zijn voor Werkom om impact te kunnen maken. De financiële positie wordt daarmee ook steeds dualer: exploiteren om te beheersen en gericht investeren om mee te groeien met de vraag van de arbeidsmarkt.
Risico's
Nu Werkom drie jaar bestaat kan gezegd worden dat de basis van het bedrijf in hoofdlijnen op orde is. Dit betekent niet dat het risicoprofiel verandert. Dat blijft ongewijzigd hoog. Waar het in de eerste twee jaar vooral over beheersingsrisico’s ging, zien we dat Werkom nu ook een volgende stap in ontwikkeling van het bedrijf moet zetten. Een stap die veel meer gaat over de bijstelling van de strategische koers. Voor welke doelgroep doen we dit? Hoe transformeren we van SW-bedrijf naar een modern leerwerkbedrijf dat inclusieve arbeid biedt? Werkom opereert in een complexe omgeving. Dat is een risico in zichzelf. De ingebouwde beheersmaatregelen zijn nog steeds passend om die risico’s te beheersen, maar duidelijk is ook dat het perspectief op die risico’s verschuift.
In de begroting zijn conform BBV-voorschriften, in de risicoparagraaf expliciete risico’s benoemd:
- Beleidsherijking leidt niet tot een sluitende begroting
- Productieverlies door opbouw van het bedrijf
- Grotere toename dan verwacht op lange leerwerktrajecten en nieuw beschut
- Orderverlies
- Privacy en informatiebeveiliging
- Grotere uitstroom van mensen met een SW-indicatie
- Beleidsherijking Participatiewet
Beleidsherijking Participatiewet
Vooruitlopend aan de beleidsherziening, die in maart van 2021 tot het fundament van een nieuw beleidskader zal leiden, hebben we met Werkom afspraken gemaakt om het maatschappelijke rendement te vergroten door uitstroom bevorderende maatregelen te nemen. Dit zijn veelzijdige maatregelen, zoals het ontwikkelen van nieuwe leerwerktrajecten, maar ook de professionele ontwikkeling van jobcoaches, werkmeesters en casemanagers, alsmede keuzes in de bedrijfsvoering die die beweging ondersteunen. Dit hebben we vastgelegd in het plan ‘Werkom werkt aan meer uitstroom’. Dit plan is ook een beheersinstrument, naast de Dienstverleningsovereenkomst participatie (NDVO) en het vast te stellen beleidskader, om ervoor te zorgen dat Werkom met een meerjarig sluitende begroting kan werken.
Beheersmaatregelen
- NDVO
- Verbeterplan Werkom werkt aan meer uitstroom
- Opdracht directeur Werkom
- Een beleidsherziening om een toekomstbestendig handelingskader voor Werkom te creëren
- Daarnaast sturen het bedrijf kort cyclisch op de uitvoering door:
- Goed monitoren en tijdig in gesprek gaan met de gemeenten om de landelijke ontwikkelingen goed te volgen
- Goed contact houden met de opdrachtgevers, accountmanagement stevig neerzetten
- Het bestand van mensen in de uitkering van beide gemeenten is groot. Goede afspraken over instroom maken
- Er is een bedrijfsvoeringsoverleg tussen beide gemeenten en Werkom ingericht om ontwikkelingen goed te volgen
hoog
Privaatrechtelijk
- Privaatrechtelijk Huisvuil Centrale(Bedragen x €1.000)Huisvuil CentraleRechtsvorm:
Naamloze vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:AlkmaarToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDe Huisvuil Centrale (HVC) heeft als doel het zeker stellen dat tegen de laagste kosten en op verantwoorde wijze het Zaanse rest-, grof- en gft-afval wordt verwerkt.
Bestuurlijk belangDe gemeente Zaanstad heeft 265 aandelen in HVC. Wethouder Baerveldt vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Mutluer
Stemverhouding: 9,07%Actualiteiten en risico'sMarktontwikkelingen
A. Zaanstad als eigenaar (aandeelhouder)
HVC is een ketenbedrijf met focus op hergebruik en duurzame energie, van en voor haar publieke aandeelhouders. Krachtenbundeling maakt het mogelijk om complexe projecten voortvarend aan te pakken. Door de organisatorische inrichting wordt geborgd dat er focus op de verschillende hoofdactiviteiten. Activiteiten renderen zelfstandig en leveren een verantwoord rendement. Er is geen sprake van kruissubsidiëring. Risico’s zijn in beeld en beheersbaar. Het aanwezige risico houdt vooral verband met afvalverbranding en betreft een marktrisico: de bedrijfsafvaltarieven, de energieprijzen, prijsprikkels van de overheid (verbrandingsbelasting, importheffing, CO2-heffing). Dit marktrisico is sinds 2015 niet afgenomen. Door robuust afschrijven is de omvang van het risico wel afgenomen. Het liquiditeitsrisico is evenwel klein omdat het samenhangende herfinancieringsrisico beperkt is. Er is voldoende ruimte om binnen de bestaande afspraken met aandeelhouders en banken herfi-nanciering met garanties van aandeelhouders aan te trekken. Daarnaast zijn er voor kortlopende financieringsbehoeften als gevolg van timingverschillen of cala-miteiten aanvullende financieringsfaciliteiten beschikbaar, waaronder € 81 miljoen kasgeldfaciliteit en € 8 miljoen rekening courant faciliteit. Op dit moment is nog veel onduidelijk over de uiteindelijke effecten van Corona virus op bedrijfsvoering van HVC.
Financiën
Het huidige financieel kader is in 2015 vastgesteld door directie en raad van commissarissen. Dit kader gaat uit van een solvabiliteitsgroei naar 27% in 2024, om vanaf dat moment de mogelijkheid te hebben om HVC te financieren zonder garantstelling door de aandeelhouders. Leningen die zijn gebaseerd op artikel 9 van de ballotageovereenkomst worden afgebouwd. Dit betreft dus gegarandeerde leningen waarbij de aandeelhouders hoofdelijk aansprakelijk zijn. De zogenaamde artikel 7 (oftewel de niet- gegarandeerde leningen) zullen volledig afgelost zijn in 2024.
Daarnaast is het van belang dat HVC eigen vermogen opbouwt. 126,5 miljoen euro is stand van zaken anno 2020. Ook in de komende jaren is er geen uitkering van dividend. Voor meer informatie over de jaarcijfers van HVC, zie https://www.hvcgroep.nl/sites/default/files/2020-04/jaarverslag%202019.pdf
Nieuwe aandeelhoudersrelatie
De gemeente heeft in 2019 de AIJZ verlaten. Zaanstad heeft nu 9,09% rechtstreeks aandeel in HVC in eigendom verkregen. Zaanstad is hiermee formeel uit de Gemeenschappelijke Regeling AIJZ getreden en formeel toegetreden tot de Ballotageovereenkomst voor aandeelhouders A.
Van gas los
Eind 2017 hebben de aandeelhouders de activiteiten op het gebied van ‘Van Gas Los’ benoemd tot collectieve kerntaak. In de loop van 2018 werd duidelijk dat door landelijke versnelling van het ‘Van Gas Los’-beleid deze taak mogelijk niet zou kunnen worden uitgevoerd binnen het bestaande financieel kader van ‘Koers 2024’. De algemene vergadering van mei 2019 heeft de directie daarom gevraagd om in samenspraak met een uit de aandeelhouders te formeren Klankbordgroep Financiering ‘Van Gas Los‘ onderzoek te doen naar een passend nieuw financieel kader voor investeringen in deze activiteiten. De Klankbordgroep heeft in de aandeelhoudersvergadering van december 2019 tussentijds verslag gedaan over de stand van zaken. Directie en Klankbordgroep hebben het onderzoek afgerond. Op basis daarvan is in 2020 een nieuw kader geformuleerd. Financiering van ‘Van Gas Los’: individueel of collectief Uitgangspunt voor HVC is collectieve financiering. Warmtebronnen en –netten, alsmede de exploitatie ervan zijn niet per gemeente te compartimenteren. Individueel commitment van de gemeente is wel onderdeel van de business case.
Dienstverlening uit concessie
NV HVC heeft met 27 (al dan niet via een gemeenschappelijke regeling) aandeelhoudende gemeenten dienstverleningsovereenkomsten gesloten voor de inzameling van afval, inclusief het beheer van afvalbrengdepots en in een aantal gevallen het beheer van openbare ruimte binnen die gemeenten. Deze dienstverleningsovereenkomsten zijn aangegaan voor een langdurende periode meestal op basis van tarieven per woonhuisaansluiting die jaarlijks worden geïndexeerd op basis van overeengekomen onafhankelijk gepubliceerde prijsindexcijfers, maar ook op basis van werkelijke geleverde prestaties tegen werkelijke gemaakte kosten en opbrengsten, inclusief de jaarlijkse indexatie. De vennootschap is volledig eigendom van gemeenten en waterschappen en samenwerkingsverbanden van gemeenten en waterschappen. Voor een overzicht van de aandeelhouders wordt verwezen naar de toelichting op het vennootschappelijk eigen vermogen.
B. Zaanstad als opdrachtgever
Nieuwe DVO HVC-gemeente Zaanstad
Zaanstad neemt ook diensten af van de HVC, waaronder afvalinzameling en gladheidsbestrijding. Deze taken zijn vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (DVO). Begin 2020 is een nieuwe DVO met HVC afgesloten voor de periode van 7 jaar.
Nieuwe huurovereenkomst
Zaanstad huurt de locatie Spierling van de HVC. Looptijd, De huurcontract is in 2020 ook verlengd.
Risico analyse
Risico’s van warmte-activiteiten
De risico’s zijn in beeld en beheersbaar, op de risico’s wordt ingespeeld. Als onderdeel van de behandeling van het risico-aspect van de warmteactiviteiten heeft de Klankbordgroep aan het Innovatieplatform (IP) gevraagd of investeren in collectieve warmte via HVC een veilige keuze is.
Beheersmaatregelen
- Annotaties van de agenda van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in het college van B&W
- Periodiek ambtelijk overleg met verschillende klankbordgroepen (zowel financiële als beleidsmatige) met de overige aandeelhouders van HVC.
hoog - Privaatrechtelijk Warmtenet(Bedragen x €1.000)WarmtenetRechtsvorm:
BV
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2019Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangHet op gang brengen van de transitie naar een aardgasloze gebouwde omgeving. De legitimering van een overheidsinterventie op basis van marktfalen is hier van toepassing op de casus warmtenet in Zaandam-Oost. Het doel is het transporteren van warmte uit o.a. biomassa van Bio Forte aan afnemers in Zaanstad.
Bestuurlijk belangWethouder Kriegert vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Breunesse.
Gemeente Zaanstad is samen met Duurzame Energienetwerken Noord-Holland (DENH) eigenaar van het Warmtenet Zaanstad BV. Gemeente Zaanstad heeft een belang van 39% in de Aandelen (uitsluitend stemgerechtigd), alsmede een belang van 100% in de Aandelen C (stemrechtloos)
Stemverhouding: 39,0%Actualiteiten en risico'sTerugblik 2020
Jaarlijks stelt het Warmtenetwerk Zaanstad BV (WNZ) een Annual (Operationeel) Businessplan op. Dit is overeengekomen in de aandeelhoudersovereenkomst WNZ. Het Annual Businessplan verschaft de aandeelhouders inzicht in hoe het met WNZ gaat en hoe WNZ zich ontwikkelt naar de toekomst, zowel strategisch als financieel. Op 7 april 2021 is het businessplan 2021/2022 in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vastgesteld. De belangrijkste ontwikkelingen hieruit zijn hieronder weergegeven.
Op 15 november 2019 is WNZ conform contractafspraken gestart met de warmtelevering aan een drietal ketelhuizen van Perim en Brandaris. In de loop van 2020 zijn de overige ketelhuizen van Brandaris, Pharus, Noordwachter en IJdoorn aangesloten. De utiliteitsgebouwen zoals Zuiderveldcollege en de scholen Tijstroom en Windroos worden naar verwachting in 2021 aangesloten. Evean heeft ondanks eerder indicatie op het warmtenetwerk aangesloten te willen worden toch een andere afweging gemaakt. De nieuwbouw locaties Gouwpark en Oostzijderpark fase 1 en fase 2 zijn t.o.v. de aannames in de initiële businesscase fors vertraagd. Dat alles leidt tot aanzienlijk minder warmtetransport en een verminderde omzet van WNZ over de eerste 5 jaar van 600.000 EUR. Hierdoor verslechtert de business case voor fase I op de lange termijn. Om dit te voorkomen moet worden ingezet op:
- Het versneld (ter compensatie) realiseren van meer aansluitingen op het bestaande warmtenet om de voorhanden capaciteit van WNZ I beter te gebruiken, en in onderlinge samenhang
- Het volume van aansluitingen in WNZ II (bijvoorbeeld Kogerveldwijk en Hoornseveld) zodanig te ontwikkelen dat hierin de lagere afname van warmte ten opzichte van de planning in WNZ I gecompenseerd kan worden.
Een andere maatregel die wordt genoemd, maar waar nu nog niet toe wordt besloten, is het verlengen van de looptijd van de initiële businesscase van 30 naar 33 jaar.
De directie van WNZ is in opdracht van de aandeelhouders in 2020 een proces gestart om de mogelijkheden, randvoorwaarden en consequenties van een volgende groeifase te onderzoeken. In het business plan WNZ II moet duidelijk worden op welke manier het bestaande warmtenet Zaandam Zuidoost gaat voldoen aan de toenemende vraag naar warmte, ook in andere delen van Zaandam. Dit business plan WNZ II wordt in 2021 aan de aandeelhouders voorgelegd.
Financiële positie / Onderbouwing voorziening
- De verslechterde business case leidt tot aanzienlijk minder warmtetransport en daarmee minder inkomsten voor WNZ. Zaanstad heeft een deelname in WNZ van € 4,25 mln., waarbij op basis van de oorspronkelijke businesscase een voorziening is gevormd van € 2,3 mln. De aandelen zijn hiermee gewaardeerd op € 1,95 mln. Met de genoemde maatregelen in het business plan 2020/2021, in combinatie met business plan WNZ II, zal de beoogde groei van het bestaande net in tijd naar voren gehaald worden. Hierdoor is op dit moment nog geen reden om de voorziening te herwaarderen, ook omdat het terugverdienpotentieel in de laatste jaren van de business case zit. Bij de meerjarenbegroting 2022-2025 zal het risico zoals opgenomen in het weerstandsvermogen “Gevormde voorziening t.b.v. warmtenet blijkt niet voldoende te zijn” opnieuw beoordeeld en eventueel aangepast worden.
- De jaarrekening 2020 wordt begin juni 2021 in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders besproken.
Risicoprofiel
Het financieel belang is hoog. De gemeentelijke deelneming is onderhandeld op € 4,25 miljoen. Deze deelneming is op die basis nu gewaardeerd op € 1,95 miljoen. Gemeente Zaanstad heeft een voorziening getroffen voor het verschil van € 2,3 miljoen. Het risico dat de getroffen voorziening te klein blijkt (omdat de marktwaarde van de deelneming daalt) is opgenomen als risico voor het weerstandvermogen. De politieke en maatschappelijke betrokkenheid zijn groot: de activiteiten van het Warmtenet richten zich op het leveren van warmte aan inwoners. De gemeente participeert in het Warmtenet vanuit het publieke belang en de maatschappelijke doelen die de gemeente wil realiseren
Risico’s
- Publieke opinie over het gebruik van op hout gestookte biomassacentrales, zoals in de biomassacentrale voor het warmtenet, wordt negatiever
- Als er onvoldoende voortgang wordt geboekt op het ontwikkelen van alternatieve warmtebronnen, heeft dit tot gevolg dat:
- Uitbreiding van het warmtenet langer duurt
- Biomasscentrale langer blijft werken
- Als de resultaten van de metingen Biomasscentrale niet binnen de wettelijke normen vallen kan dit leiden tot aanvullende maatregelen. Dit kan financiële consequenties hebben
Beheersing
- Actief in gesprek blijven met de expoitant van de biomassacentrale en de ODNZKG en ODNHN m.b.t. naleving van uitstootlimieten.
- De Klankbordgroep van raadsleden over de biomassacentrale actief blijven betrekken over de naleving van afspraken over de inzet van bio-grondstoffen, maar ook over de vorderingen met betrekking tot de ontwikkelen van alternatieve warmtebronnen.
- Deelname aan de MRA-wg biomassa en MRA Warmte Koude Programma, en samen met MRA gemeenten actief optrekken in dit dossier.
- Actieve deelname door ZNSTD in verschillende gremia om te kunnen anticiperen / invloed uit te kunnen oefenen op de ontwikkelingen rondom de ontwikkeling en implementatie van de nieuwe Wet Collectieve Warmtevoorziening (Warmtewet 2.0) en het Zaanse onafhankelijk warmtenet als landelijk voorbeeld onder de aandacht te kunnen blijven brengen.
- Annotaties B&W AVA Warmtenet;
- Voorlichting over Biogrondstoffen en de stand van zaken rondom de ontwikkeling in Zaanstad van alternatieve warmtebronnen zoals geothermie, aquathermie.
hoog - Privaatrechtelijk Alliander(Bedragen x €1.000)AllianderRechtsvorm:
Naamloze Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:1 juli 2009Vestigingsplaats:ArnhemToezichtsregime:middelOpenbaar belangNetbeheer en distribueren van elektriciteit en gas voor producenten en afnemers. Voor burgers en ondernemers is een goed werkend en betaalbaar distributienetwerk van gas en elektriciteit cruciaal. Alliander heeft een belangrijke rol in het mogelijk maken van verdere verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening.
Bestuurlijk belangWethouder Baerveldt vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Mutluer
Stemverhouding: 0,9%Actualiteiten en risico'sActualiteiten en risico's
Na de ontmanteling van de houdstermaatschappij EZW is door Alliander gevraagd of de deelnemers zich willen organiseren om zich te laten vertegenwoordigen door de grootste van de voormalige deelnemers. De noodzaak om actief te worden als aandeelhouder is de afgelopen periode duidelijk geworden: De energietransitie leidt tot meer lokale opwek én een groeiende vraag naar elektrisch vermogen; de eerste knelpunten hierdoor op de elektriciteitsinfrastructuur zijn zichtbaar geworden. Dit maakt het noodzakelijk om elektriciteitsnetten te verzwaren en uit te breiden. De toenemende elektrificering legt de kwetsbaarheid bloot; de ambitie om minder aardgas te gebruiken heeft effect op de waarde van de aargasinfrastructuur. Als gevolg van de oplopende investeringen in de energietransitie, ziet Alliander de noodzaak voor kapitaalversterking en zal hiervoor in 2021 een voorstel doen.
https://www.alliander.com/content/uploads/dotcom/Alliander_Jaarverslag_2020.pdf
middel - Privaatrechtelijk Betaalbare Koopwoningen Zaanstad(Bedragen x €1.000)Betaalbare Koopwoningen ZaanstadRechtsvorm:
Besloten Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangHet doel van Betaalbare Koopwoningen Zaanstad (BKZ) is tweeledig: - Het bevorderen van de volkshuisvesting overeenkomstig het beleid van de gemeente Zaanstad - Het realiseren van kwalitatief hoogwaardige sociale koopwoningen in de gemeente Zaanstad; het via erfpacht beschikbaar stellen van deze woningen aan de gewenste doelgroep en het uitvoeren van een beleid teneinde deze woningen zoveel mogelijk voor de doelgroep te behouden
Bestuurlijk belangGemeente Zaanstad is voor 100% eigenaar van de aandelen. Het voltallig college vertegenwoordigt de enige aandeelhouder gemeente Zaanstad
Stemverhouding: 100%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen BKZ
BKZ Holding kent diverse modellen met elk een aparte BV:
- De portefeuille van BKZ BV traditioneel omvat op 1 januari 2021 nog ca. 192 contracten.
- De portefeuille van GRZ BV omvat op 1 januari 2021
- BKZ erfpachtvariant 167 contracten.
- BKZ instap ca. 44 contracten.
Ontwikkeling nieuw model : BKZ Starterswoning
Voor de bestaande modellen zit BKZ in een beheer fase , waarbij de nadruk komt te liggen om een goede beheersing van de financiën en cashflow en inzicht in het risico van het niet aflossen (afnemen van tranches). De overspannen woningmarkt van de laatste jaren heeft geleid tot een sterke stijging in de mate van tranche en grondafname.
In 2020 is verder verkend of BKZ kan participeren in nieuwe activiteiten in de woningmarkt. Een nieuw ontwikkeld model (BKZ Starterswoning) gericht op het realiseren en behouden van bereikbare koopwoningen voor starters en huishoudens met lage middeninkomens, is begin 2020 door de raad vastgesteld.
Het model voldoet aan hetgeen is bepaald in de door de gemeente vastgestelde doelgroepenverordening Sociale Koop op basis waarvan in nieuwe bestemmingsplannen een contingent sociale koopwoningen verplicht moet worden gerealiseerd. Op dit moment vinden gesprekken plaats met ontwikkelaars en zijn in diverse anterieure overeenkomsten afspraken gemaakt over de realisatie van dit type BKZ woningen. Verwachting is dat de eerste woningen eind 2021/begin 2022 in het model worden verkocht.
Ontwikkeling nieuw model / BV Duurzaam Funderingsherstel Zaanstad
Door de overspannen woning- en bouwmarkt is in 2019 het in 2017 vast gestelde model Duurzaam Funderingsherstel Zaanstad verder geëvalueerd. Dit model gaat om funderings- en cascoherstel in combinatie met het aanbrengen van energiebesparende maatregelen. In 2019 is het model verder op juridisch, financieel en aanbestedingsgebied aangepast. Ook heeft BKZ zelf een tweetal woningen aangekocht in de aangewezen pilotblokken. Begin 2021 heeft er besluitvorming over de herijking van het DFZ model plaats gevonden en vindt een nieuwe aanbesteding van een pilotblokje plaats. Verwachting is dat deze pilot eind 2021 kan worden uitgevoerd. Verwachting is dat dit model op kleine schaal (bouwblok) wordt ingezet. Omdat de herijking leidt tot een flexibelere inzet van het model wordt de inzet van het model ook verkend bij andere funderingsprojecten.
In 2020 is ook een variant ontwikkeld voor kleinschalige particuliere sloop/nieuwbouw. In 2021 wordt verder verkend waar deze zou kunnen worden ingezet.
Risicoprofiel
Het zwaartepunt van de risico's van BKZ liggen op het politieke en financiële vlak. De doelstelling van BKZ is bijdragen aan de volkshuisvesting binnen de gemeente Zaanstad. Deze doelstelling heeft politiek de aandacht. Vanwege de rekening courant en de leningsovereenkomst, die BKZ heeft afgesloten met de gemeente Zaanstad voor BKZ traditioneel tot een maximumbedrag van respectievelijk 5,5 miljoen euro en voor de Garantieregelingen tot 31 miljoen, is het financieel belang groot te noemen.
Risico analyse
Financiële positie
Jaarrekening 2019 is beschikbaar en is vastgesteld in de AvA van 20 oktober 2020. BKZ heeft het jaar 2019 afgesloten met een positief resultaat van € 36.934. Door de waardestijging op de woningmarkt heeft de afname trend van tranches en gronden zich ook in 2019 voortgezet. Dit heeft geleid tot verdere aflossing van de RC van BKZ met € 1,2 miljoen waardoor het saldo eind 2019 positief is € 0,43 mln. Ook op de lening voor GRZ is afgelost en bedraagt het uitstaande bedrag nog € 16,5 mln. Daarnaast is er ook hier sprake van een rekening-courantverhouding die eind 2019 circa +/+ € 3,5 miljoen bedraagt.
Het eigen vermogen bedraagt ca € 16 mln.
Risico's
- Het trancherisico op de opstal bestaat nog wel. Hierbij worden de tranches (20% (traditioneel) en 30% (afzetgarantiewoningen) van de opstalwaarde) niet afgenomen door de kopers (en dus niet terugbetaald op korte termijn). Dit komt omdat er geen inkomensstijging plaatsvindt. Gevolg is dat pas bij (door)verkoop de resterende tranches worden gerealiseerd (afgelost). BKZ monitort dit. Het risico wordt vertaald in de kasstroom.
- Risico van waardevermindering van de grond in de toekomst. De grond wordt na 25 jaar geherwaardeerd.
- Hoogconjunctuur leidt tot positieve kasstroom door afname van tranches en grond. Echter hierdoor daalt het aantal BKZ woningen en beschikbaarheid van woningen voor de doelgroep.
Beheersmaatregelen
- Jaarlijkse inkomenstoets bij kopers door BKZ;
- periodieke rapportages naar college (3x) en college en raad (1x). Deze rapportages bevatten gegevens met betrekking tot aantal woningen, liquiditeit, prognoses cashflow, risico’s, etc.;
- 1 á 2 keer per maand overleg tussen ambtenaren en de directeur van BKZ; de samenwerkingsrelatie is goed;
- Operationalisering van het nieuwe model (BKZ Starterswoning) waarbij BKZ woningen langer voor de doelgroep kan behouden;
- In het Plan van aanpak Verbetering kwaliteit woningvoorraad is geld gereserveerd voor de realisatie woningen duurzaam funderingsherstel Zaanstad in de periode 2018-2022.
hoog - Privaatrechtelijk Regionale ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied(Bedragen x €1.000)Regionale ontwikkelingsmaatschappij NoordzeekanaalgebiedRechtsvorm:
Naamloze vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied (RON) is het uitvoeringsinstrument voor het (her)ontwikkelen van bedrijventerreinen zoals beschreven in het Masterplan Noordzeekanaalgebied.
Bestuurlijk belangWethouder Krieger vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Breunesse
Stemverhouding: 33,3%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Algemeen
RON NV is opgericht in 1999 met het doel nieuwe en bestaande werklocaties te herontwikkelen. In de periode 2010 en 2011 heeft de vennootschap een doorstart gemaakt gericht op een gecontroleerde afbouw van de grond- en vastgoedactiviteiten. Momenteel concentreren de werkzaamheden zich op de ontwikkeling van bedrijvenpark Hoogtij.
Corona
De Corona crisis heeft vooralsnog geen negatieve effecten voor de RON. Binnen HoogTij is duidelijk zichtbaar dat de belangstelling vanuit de markt aanhoudt. Waarde van gronden neemt toe door tekort aan bedrijfsterreinen. In 2019 en 2020 zijn voor zowel het droge als haven gedeelte koop- / erfpachtovereenkomsten gesloten. Inmiddels heeft het ophogen van de tweede fase plaatsgevonden, waarbij gebruik is gemaakt van het zand ,dat was vrijgekomen bij het realiseren van de haven. Voor de tweede fase is grote belangstelling.
Toekomst RON
Medio 2020 is in RON-verband aan de orde gesteld of een versnelde afbouw van de RON mogelijk is en zo ja, hoe een versneld afbouwscenario voor RON NV er uit zou kunnen zien. Versnelde afbouw van de RON lijkt alleen opportuun als hiermee tegemoet gekomen wordt aan de belangen van alle aandeelhouders. Havenbedrijf Amsterdam en de Provincie Noord-Holland kijken hierbij met name naar hun afnemend belang bij de ontwikkeling van de verschillende posities in relatie tot het in stand blijven van de kosten. Vanuit Zaans perspectief kan versnelde afbouw betekenen dat de verantwoordelijkheid voor en zeggenschap over de ontwikkeling van de Zaanse bedrijventerreinen vergroot wordt in samenhang met waarschijnlijk positieve financiële consequenties. Echter neemt ook het (markt)risico toe. De verkenning naar versnelde afbouw van RON NV is in de tweede helft van 2020 uitgewerkt, waarna het College van B&W van Zaanstad op 8 december 2020 besloot:
Akkoord te gaan met het uitbrengen van een positieve stem door de gemeentelijk ertegenwoordiger in de eerstvolgende Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA) Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied N.V. (RON NV) inzake het principebesluit tot het verkennen van versnelde afbouw van RON NV en hier in
2021 diverse afbouwscenario’s voor uit te werken.
In de AvA van 16 december 2020 is gesproken over versnelde afbouw van de RON en door de aandeelhouders uitgesproken daadwerkelijk werk te maken van de versnelde afbouw. Teneinde deze afbouw vorm te geven is het zaak dit vanuit Zaanstad in 2021 verder voor te bereiden.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van de RON wordt naar beneden bijgesteld naar gemiddeld. Dit wordt als volgt onderbouwd:
- Vooral de positieve marktontwikkelingen zorgen ervoor dat veel gronden al uitgegeven zijn. En de verwachting is dat de uitgifte van gronden blijft doorgaan omdat de vraag naar bedrijfsterreinen onverminderd groot blijft. Daarom worden economische risico’s naar beneden bijgesteld.
- De financiële belangen zijn nog steeds hoog en hebben vooral betrekking op de uiteindelijke realisatie van bedrijvenpark HoogTij. In 2014 was er nog sprake van een vraag die uitbleef en een negatieve grondexploitatie. De verwachting is nu dat bij realisatie van het bedrijvenpark HoogTij een positief rendement wordt gehaald. Dit werkt positief door in het risicoprofiel.
- De RON draagt met de uitgifte van gronden bij aan de werkgelegenheid. Het maatschappelijk blijft daarmee hoog.
Financiële positie
Door de gunstige marktomstandigheden heeft de RON over 2019 een positief resultaat na vennootschapsbelasting behaald van € 1,8 miljoen. Het eigen vermogen van de vennootschap bedraagt stijgt naar € 5,1 miljoen eind 2019. De directie acht de solvabiliteit, uitgedrukt als eigen vermogen ten opzicht van totaal vermogen, ad 23,6% in combinatie met de beschikbare aanvullende financieringsruimte, adequaat.
De maximale borgtocht voor Zaanstad is verlaagd is naar € 21 miljoen. Daarvan mag € 7 miljoen verlegd worden naar het havenbedrijf, blijft over € 14 miljoen voor Gemeente Zaanstad.
Zodra de jaarrekening 2020 beschikbaar zal dit onderdeel geactualiseerd worden.
Risico's
- Negatieve marktontwikkelingen, waardoor grondverkopen uitblijven. Op dit moment niet aan de orde, zie ontwikkelingen en risicoprofiel.
- Renterisico; rente is nu laag maar kan in de komende jaren stijgen, waarbij de RON t/m 2022 resp. 2026 nog een leningen bij BNG heeft lopen tegen een rentepercentage van 0,7% en 1,19%
Beheersmaatregelen
- RON rapporteert per kwartaal naar aandeelhouders.
- Monitoring van risico’s, zowel algemeen als projectspecifiek
- RON is risicomijdend, indien het economisch verantwoord is worden risico’s zo veel mogelijk afgedekt
- Jaarlijkse monitoring van grondwaarden
- Vooraf bespreken van aandeelhoudersbesluiten in het college voordat besluitvorming plaatsvindt in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders
- Periodiek overleg over voortgang van projecten, zowel ambtelijk als bestuurlijk
middel - Privaatrechtelijk Houdstermaatschappij Energiebedrijf Zaanstreek Waterland(Bedragen x €1.000)Houdstermaatschappij Energiebedrijf Zaanstreek WaterlandRechtsvorm:
Naamloze vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:laagOpenbaar belangHoudstermaatschappij Energiebedrijf Zaanstreek Waterland (Houdstermaatschappij EZW) heeft als doel het houden van de aandelen Nuon Energie Noord West NV (Nuon ENW NV) en Alliander NV.
Bestuurlijk belangWethouder Krieger vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Breunesse
Stemverhouding: 54,2%Actualiteiten en risico'sSinds 18 december 2017 zijn de gemeenten rechtstreeks aandeelhouder van Alliander en ontvangen vanaf die datum ook het dividend rechtstreeks van Alliander en niet meer door tussenkomst van de Houdstermaatschappij. Daaraan voorafgaand is op 21 Juni 2017 besloten de vennootschap te liquideren. De afwikkeling hiervan duurtde langer als gevolg van verschil van mening met de Belastingdienst over de heffing van de dividendbelasting, de vennootschapsbelasting en als uitvloeisel daarvan over de waarde van het aandelenpakket, de waardevermeerdering van dat pakket sinds 1 januari 2016 en de vraag of
over de waarde van de bij de overdracht betrokken aandelen in december 2017 geen belasting had moeten worden ingehouden.
In 2020 is een compromis met de Belastingdienst bereikt. Hierdoor kan de liquidatie, na het opstellen van de jaarrekening 2020 afgerond worden 2021. En tot een verdeling van de dan resterende liquide middelen van de vennootschap gekomen worden.
laag - Privaatrechtelijk Bank Nederlandse Gemeenten(Bedragen x €1.000)Bank Nederlandse GemeentenRechtsvorm:
Naamloze vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:1914Vestigingsplaats:Den HaagToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak.
Bestuurlijk belangWethouder Krieger vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Breunesse. Zaanstad is niet vertegenwoordigd in de RvC.
Stemverhouding: 0,07%Actualiteiten en risico'sBNG Bank heeft 2019 een verder stijgende kredietbehoefte gezien. Het renteresultaat was daarmee, ondanks zeer lage rente, met € 435 miljoen nagenoeg gelijk aan 2018. De nettowinst in 2019 halveerde ten opzichte van 2018 als gevolg van een hogere voorziening voor kredietverliezen. De solvabiliteitsratio’s zijn ten opzichte van 2018 stabiel gebleven op een hoog niveau. BNG Bank blijft een onverminderd stabiele bank gericht op de publieke sector en het realiseren van maatschappelijke impact.
middel - Privaatrechtelijk Masterplan Noordzeekanaalgebied(Bedragen x €1.000)Masterplan NoordzeekanaalgebiedRechtsvorm:
Stichting
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:IJmuidenToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet op duurzame wijze versterken van de regionale economie in het Noordzeekanaalgebied door het benutten van de potentie van het regionale haven- en industrieel complex.
Bestuurlijk belangWethouder Krieger en wethouder Baerveldt zijn beiden lid van het stichtingsbestuur, vervanging wethouder Breuness en Mutluer
Stemverhouding: 17%Actualiteiten en risico'sDe visie Noordzeekanaalgebied 2040 en de bijbehorende uitvoeringsagenda bepalen het activiteitenprogramma van de stichting Masterplan Noordzeekanaalgebied. Het samenwerkingsverband voert een deel van de uitvoeringsagenda-activiteiten uit, een deel in afspraken tussen afzonderlijke deelnemende partijen. Het geactualiseerde Uitvoeringsprogramma Noordzeekanaalgebied 2020 is te vinden op https://www.noordzeekanaalgebied.nl/wp-content/uploads/2020/03/Uitvoeringsprogramma_NZKG_2020-definitieve-versie.pdf
Het Uitvoeringsprogramma NZKG is de jaarlijkse vertaling van de bestuurlijke agenda van de Visie. In het Uitvoeringsprogramma zijn de lopende activiteiten en projecten beschreven voor realisatie van de visie. In 2020 is meer dan eens duidelijk geworden dat de opgaven in het gebied ten aanzien van verstedelijking, (circulaire)economie, energietransitie, etc, meer ruimte vragen dan er beschikbaar is. Daarom werkt het Uitvoeringsprogramma aan een integrale sturing op de opgaven in het gebied.
middel - Privaatrechtelijk Vereniging Bedrijvenpark HoogTij(Bedragen x €1.000)Vereniging Bedrijvenpark HoogTijRechtsvorm:
Vereniging
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:laagOpenbaar belangBevordering van het kwaliteitsniveau en de behartiging van de gezamenlijke belangen van de eigenaren van de gronden en gebouwen in het bedrijvenpark Hoogtij.
Bestuurlijk belangEen medewerker van de gemeente Zaanstad is benoemd als vertegenwoordiger van Zaanstad. Er participeert niemand van het college in het bestuur. Ieder lid is bevoegd tot het uitbrengen van een zodanig aantal stemmen als overeenkomt met iedere vierkante meter grond in het bedrijvenpark waartoe het lid is gerechtigd is Het algemeen bestuur bestaat uit 3 leden, Zaanstad levert de secretaris.
Stemverhouding: 0%Actualiteiten en risico'sZaanstad is als grondeigenaar/ontwikkelaar lid van de Vereniging Bedrijvenpark HoogTij (VBH). VBH is een vereniging waarin grondeigenaren van nog uit te geven gronden op HoogTij en de gevestigde ondernemers participeren. KG Parkmanagement geeft in opdracht van de grondeigenaren en de VBH invulling aan het parkmanagement. De vereniging is verantwoordelijk voor een blijvende kwaliteit van de openbare ruimte en bedrijfskavels. Dit is van cruciaal belang voor een goed vestigingsklimaat, nu en in de toekomst. De vereniging is daarnaast het eerste aanspreekpunt voor de ondernemers op HoogTij. Zo kunnen ondernemers wensen en ideeën over bijvoorbeeld de uitstraling van het terrein, collectief in te kopen diensten en veiligheid op het terrein bespreken. Zaanstad heeft zich ingespannen en zal zich blijven inzetten om, samen met de grondeigenaren en ondernemers, de kwaliteit van het bedrijventerrein te behouden en te versterken.
laag